ECLI:NL:GHARL:2015:10171

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 december 2015
Publicatiedatum
10 maart 2016
Zaaknummer
200.170.227
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatele stelling van een meerderjarige met een algemene volmacht en de rol van de curator

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondercuratelestelling van een meerderjarige, hierna aangeduid als rechthebbende. De rechthebbende, geboren in 1926, was door haar kinderen, [verweerder] en [verweerster], onder curatele gesteld vanwege haar geestelijke en lichamelijke toestand. De kantonrechter had eerder op 26 februari 2015 de rechthebbende onder curatele gesteld en mr. Daniël Bos benoemd tot curator. De rechthebbende heeft in hoger beroep grieven ingediend tegen deze beschikking, waarbij zij verzocht om de ondercuratelestelling te vernietigen en in plaats daarvan haar goederen onder bewind te stellen en een mentorschap in te stellen met haar dochters als bewindvoerders.

Tijdens de mondelinge behandeling op 29 oktober 2015 hebben alle partijen verklaard dat de rechthebbende niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het hof heeft vastgesteld dat de ondercuratelestelling gerechtvaardigd is, gezien de algehele handelingsonbekwaamheid van de rechthebbende. Het hof heeft ook overwogen dat de volmacht die de rechthebbende eerder had verleend aan haar dochters, eindigt bij ondercuratelestelling, zoals vastgelegd in haar levenstestament.

Het hof heeft geconcludeerd dat benoeming van een onafhankelijke curator in het belang van de rechthebbende is, om de belangen van haar te waarborgen en conflicten tussen de kinderen te vermijden. De grieven van de rechthebbende zijn verworpen en de beschikking van de kantonrechter is bekrachtigd. De beslissing is genomen door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.170.227
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, 2267495)
beschikking van de familiekamer van 3 december 2015
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: rechthebbende,
advocaat: mr. J.G. Kalk te Doetinchem,
en
[verweerder],
zoon van rechthebbende, wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep, verder te noemen: [verweerder] ,
advocaat: mr. B.P.G. Dijkers te Deventer,
en
[verweerster],
dochter van rechthebbende, wonende te [woonplaats] ,
verweerster in hoger beroep, verder te noemen: [verweerster] ,
advocaat: mr. J.R.M. Rikmenspoel te Utrecht.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
[belanghebbende 1],
dochter van rechthebbende, wonende te [woonplaats] ,
verder te noemen: [belanghebbende 1] ,
en
[belanghebbende 2],
dochter van rechthebbende, wonende te [woonplaats] ,
verder te noemen: [belanghebbende 2] .
en
mr. Daniël Bos,
kantoorhoudende te Deventer,
verder te noemen: de curator.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, team bewind & erfrecht, zittingsplaats Zutphen) verder te noemen: de kantonrechter, van 16 augustus 2013, 1 mei 2014, 22 augustus 2014 en 26 februari 2015, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 21 mei 2015;
- een brief van de curator van 1 juli 2015, ingekomen op 6 juli 2015;
- het journaalbericht van mr. Kalk van 13 juli 2015 met één bijlage, ingekomen op
15 juli 2015;
- het verweerschrift in hoger beroep van [verweerster] , ingekomen op 16 juli 2015;
- het verweerschrift in hoger beroep met producties van [verweerder] , ingekomen op 17 juli 2015;
- een journaalbericht van mr. Kalk van 13 oktober 2015 met bijlage, ingekomen op
14 oktober 2015;
- een journaalbericht van mr. Dijkers van 14 oktober 2015 met bijlagen, ingekomen op die
datum;
- een journaalbericht van mr. Kalk van 16 oktober 2015 met bijlagen, ingekomen op
19 oktober 2015.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 29 oktober 2015 plaatsgevonden. Namens rechthebbende is haar advocaat verschenen. Voorts zijn [verweerder] en [verweerster] verschenen, beiden bijgestaan door hun advocaat. [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] zijn in persoon verschenen. Voorts is de curator verschenen.

3.De vaststaande feiten

3.1
Rechthebbende is geboren op [geboortedatum] 1926.
3.2
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank Gelderland op 15 augustus 2013, hebben [verweerder] en [verweerster] verzocht rechthebbende onder curatele te stellen. Bij beschikking van 16 augustus 2013 heeft de kantonrechter gelet op het spoedeisend karakter van het verzoek, twee provisionele bewindvoerders benoemd.
3.3
Bij beschikking van 1 mei 2014 heeft de kantonrechter de eerder benoemde twee provisionele bewindvoerders ontslagen met ingang van 1 juni 2014 en met ingang van diezelfde datum mr. D. Bos te Deventer tot provisioneel bewindvoerder benoemd.
3.4
Bij beschikking van 22 augustus 2014 heeft de kantonrechter [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] in de gelegenheid gesteld te reageren op de door [verweerder] in het geding gebrachte stukken.
3.5
Op 28 november 2007 heeft rechthebbende een algemene volmacht in de zin van artikel 3:62 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verleend aan [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] .
3.6
Rechthebbende heeft op 27 januari 2012 haar laatste wil in een testament laten vastleggen.
3.7
Rechthebbende heeft bij notariële akte van 19 juli 2013 haar levenstestament vastgelegd en daarbij alle voor die dag door haar gemaakte volmachten, waaronder de onder 3.5 vermelde volmacht, herroepen.
In dit levenstestament is -voor zover hier van belang- het volgende bepaald:
"
(…) HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN (…)2. Redenen voor dit levenstestament.
Met dit levenstestament wil ik duidelijk vastleggen wie tijdens mijn leven namens mij kan handelen als ik dat zelf niet meer kan. Daarbij stel ik voorwaarden wanneer dit kan en geef ik mijn wensen daarvoor aan.
De in dit levenstestament opgenomen volmachten eindigen uitdrukkelijk niet als ik vanwege een slechte fysieke of geestelijke gezondheid niet langer in staat ben mijn wil te bepalen. Ik geef deze volmachten juist om mede in deze situaties de gevolmachtigde in staat te stellen mijn belangen te behartigen. (…)
HOOFDSTUK 2. VOLMACHTIk verleen volmacht aana. mijn dochter, mevrouw [belanghebbende 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , wonende [adres te woonplaats] , thans ongehuwd en niet geregistreerd als partner;b. mijn dochter, mevrouw [belanghebbende 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , wonende [adres te woonplaats] , gehuwd met [A] ;hierna samen te noemen: 'de gevolmachtigde'. (…)OMVANG VOLMACHT
Deze volmacht geeft de gevolmachtigde de bevoegdheid om in mijn naam en voor mijn rekening alle rechtshandelingen te verrichten. (…)
AANVANG EN EINDE VOLMACHT
Deze volmacht gaat direct na ondertekening van de akte in.Deze volmacht eindigt:a. door overlijden, de ondercuratelestelling of het faillissement van mij of de gevolmachtigde; enz."

4.De omvang van het geschil

4.1
In geschil is ondercuratelestelling van rechthebbende. De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking van 26 februari 2015 rechthebbende met directe ingang onder curatele gesteld met benoeming van mr. Daniël Bos, kantoorhoudende aan de [vestigingsplaats] , tot curator, bepaald dat de curatele door de griffie wordt gepubliceerd in de Staatscourant en in het Centraal Curatele Register (CCBR), de jaarbeloning van de curator vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard met ingang van de dag na verzending van de beschikking.
4.2
Rechthebbende is met twee grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Deze grieven beogen het geschil in hoger beroep in volle omvang aan de orde te stellen. Zij verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en het inleidend verzoek alsnog af te wijzen, althans in plaats van de verzochte ondercuratelestelling haar goederen onder bewind te stellen en een mentorschap ten aanzien van haarzelf in te stellen, waarbij haar dochters [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] tot bewindvoerders en tot mentor worden benoemd, dan wel subsidiair mr. D. Bos tot bewindvoerder en [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] tot mentor te benoemen.
4.3
[verweerster] voert verweer. Zij verzoekt het hof het verzoek in hoger beroep van rechthebbende af te wijzen.
4.4
[verweerder] voert eveneens verweer. Hij verzoekt het hof rechthebbende niet te ontvangen in haar verzoek in hoger beroep, althans haar verzoek in hoger beroep te verwerpen althans af te wijzen en de bestreden beschikking en alle daaraan voordien afgegeven en ten grondslag liggende tussenbeschikkingen te bekrachtigen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Ingevolge artikel 1:378 lid 1 aanhef en sub a BW kan een meerderjarige door de kantonrechter onder curatele worden gesteld, wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand,
en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
Op grond van 1:383 lid 2 en lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de curator de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. Ingevolge het derde lid van voornoemd artikel wordt, tenzij lid 2 is toegepast, indien de betrokkene is gehuwd, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of anderszins een levenspartner heeft, bij voorkeur de echtgenoot, geregistreerd partner, dan wel een andere levensgezel tot curator benoemd. Is het voorgaande niet van toepassing, dan wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot curator benoemd. Ingevolge artikel 1:389 lid 2 BW kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele opheffen, zulks op verzoek van de curator of degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379 BW, alsmede ambtshalve.
5.2
Op grond van artikel 1:381 lid 6 BW is rechthebbende bevoegd hoger beroep in te stellen.
5.3
Het hof stelt voorop de tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep alle aanwezigen hebben verklaard dat zij het erover eens zijn dat rechthebbende tijdelijk of duurzaam niet meer in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van haar huidige lichamelijke of geestelijke toestand. Voor zover in hoger beroep is verzocht om een onderzoek van rechthebbende naar haar lichamelijke of geestelijke toestand ontbreekt thans dientengevolge de noodzaak hiertoe. Het hof stelt op grond van het voorgaande dan ook vast dat -gelet op voormelde verklaringen van alle partijen/belanghebbende- voldaan is aan de eisen voor de ondercuratelestelling van rechthebbende.
Het algehele verval van de vermogens van rechthebbende tot behartiging van haar belangen, waarover partijen het eens zijn, brengt mee dat niet kan worden volstaan met een combinatie van onderbewindstelling van één of meer van haar goederen en een mentorschap. De ondercuratelestelling doet recht aan de algehele feitelijke handelingsonbekwaamheid, die mede blijkt uit de in hoger beroep niet weersproken weergave door de kantonrechter van zijn bevindingen bij een bezoek aan rechthebbende.
5.4
Het hof stelt vast dat in het levenstestament van rechthebbende van 19 juli 2013 uitdrukkelijk is opgenomen dat de volmacht eindigt door ondercuratelestelling van rechthebbende of gevolmachtigden. Daarmee voorziet het levenstestament er in dat de in dat levenstestament aan [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] verstrekte volmacht eindigt door de ondercuratelestelling van rechthebbende. Het hof gaat dan ook voorbij aan hetgeen door rechthebbende en [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] is aangevoerd om alsnog ervan uit te gaan dat het levenstestament juist in stand dient te blijven ook als rechthebbende onder curatele is gesteld. Hieraan doet niet af dat deze zaak -naar stelling van de advocaat van rechthebbende- de notaris aanleiding heeft gegeven tot aanpassing van de modellen van het levenstestament. Het hof verwijst in dit verband naar artikel 3:72 BW op grond waarvan een volmacht in principe eindigt na ondercuratelestelling van de volmachtgever, en voorts naar aantekening 16 van de inleidende algemene opmerkingen bij titel 16 (curatele) in Tekst & Commentaar Personen- en Familierecht, waarin is vermeld dat de rechter niet gebonden is aan het levenstestament maar de aanwijzing van de persoon van de gevolmachtigde(n) zeker zal zien als belangrijk voor de te nemen beslissing. Anders dan rechthebbende is het hof van oordeel dat de maatschappelijke ontwikkelingen (alsmede de wetswijzigingen en verdragen, waar de advocaat van rechthebbende naar verwijst) ten aanzien van het zelfbeschikkingsrecht in dit geval geen aanleiding geven tot een andere beslissing.
5.5
Op grond van 1:383 lid 2 en lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de curator de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. Ingevolge het derde lid van voornoemd artikel wordt, tenzij lid 2 is toegepast, indien de betrokkene is gehuwd, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of anderszins een levenspartner heeft, bij voorkeur de echtgenoot, geregistreerd partner, dan wel een andere levensgezel tot curator benoemd. Is het voorgaande niet van toepassing, dan wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot curator benoemd.
5.6
Uit alle in deze procedure overgelegde stukken komt duidelijk naar voren dat sprake is van een langdurige en hevige strijd tussen de kinderen van rechthebbende, [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] aan de ene kant en [verweerder] en [verweerster] aan de andere kant. Dit heeft geleid tot tal van juridische procedures en daarmee samenhangende proceskosten ten laste van rechthebbende. Het hof is van oordeel dat het belang van de rechthebbende daarmee niet is gediend. Ook de thans benoemde curator heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep aangegeven dat rechthebbende lijdt onder de huidige situatie waarbij de strijd tussen haar kinderen toeneemt. Benoeming van één of meer kinderen tot curator zal die strijd in stand houden en voorzienbaar is, dat de onderlinge conflicten de overhand zullen nemen boven de bescherming van de belangen van de rechthebbende. Door benoeming van een onafhankelijke derde als curator zullen de belangen van rechthebbende beter worden gewaarborgd, kan door middel van het afleggen van rekening en verantwoording inzicht worden verschaft in het beheer van de financiën, en kunnen overige beslissingen -onder meer ten aanzien van verhuur van onroerende zaken- zonder oponthoud vanwege juridische conflicten, snel worden genomen, aldus de curator. Ook zal volgens de curator moeten worden bezien of de huidige woonplaats van rechthebbende, die inwonend is bij [belanghebbende 1] , mede gelet op de huidige gezondheid en geestelijke situatie van rechthebbende, in het belang van rechthebbende is, of dat het beter is dat de rechthebbende in een meer neutrale omgeving gaat wonen, buiten de invloedsfeer van (één of meer van) haar kinderen.
5.7
Het hof schaart zich achter hetgeen de curator heeft aangevoerd, zoals onder 5.6 vermeld en acht voor een voldoende behartiging van de belangen van rechthebbende benoeming van de huidige curator in het belang van rechthebbende. Nu de door rechthebbende en [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] gestelde bezwaren tegen de benoeming van mr. D. Bos als curator niet zijn onderbouwd, [verweerder] en [verweerster] hebben ingestemd met zijn benoeming en de curator zich bereid heeft verklaard deze taak voort te zetten, zal het hof de bestreden beschikking op dit punt bekrachtigen.
5.8
Gelet op het hiervoor overwogene behoeven de overige stellingen van partijen en belanghebbenden aangaande de onderbewindstelling van rechthebbende of het instellen van een mentorschap over rechthebbende geen nadere bespreking.

6.De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, falen de grieven. Het hof zal de bestreden beschikking bekrachtigen.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 26 februari 2015.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R. Krijger, G.P.M. van den Dungen en B.F. Keulen, bijgestaan door W.W.M.W. van den Bosch als griffier, en is op 3 december 2015 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.