ECLI:NL:GHARL:2015:10169

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 december 2015
Publicatiedatum
22 februari 2016
Zaaknummer
16-7-6582-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing vordering tot gevangenneming

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 30 november 2015. De rechtbank had de vordering tot gevangenneming van de verdachte afgewezen. De officier van justitie had in eerste aanleg op 12 november 2015 een vordering tot gevangenneming ingediend, gebaseerd op een aanvullend proces-verbaal van de politie. Echter, de rechtbank besloot geen acht te slaan op dit proces-verbaal en de officier trok zijn vordering in. Later deed de officier dezelfde vordering in de raadkamer, maar deze werd afgewezen omdat de nieuwe informatie niet voldoende was om tot een bevel tot gevangenneming te komen. Het hof oordeelde dat de raadkamer niet bevoegd was om de vordering te behandelen, aangezien het onderzoek ter terechtzitting al was aangevangen. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in zijn vordering, op basis van artikel 65, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

beschikking
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Arnhem
pkn: 16-706582-15
avnr.: 001962-21
Het gerechtshof heeft te beslissen op het hoger beroep ingesteld door de officier van justitie in het arrondissement Arnhem in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1984] ,
verblijvende op het adres: [woonplaats] .
Het hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht van 30 november 2015, houdende de afwijzing van de vordering tot gevangenneming van verdachte.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van verdachte, mr H. Külcü, advocaat te Maastricht, in raadkamer van heden. Verdachte is niet verschenen.
Het hof heeft gezien bovengenoemde beschikking en de akte opgemaakt door de griffier bij die rechtbank van 4 december 2015.

OVERWEGINGEN:

De officier van justitie heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 12 november 2015 een vordering tot gevangenneming gedaan op basis van een aanvullend proces-verbaal van de politie dat is gedateerd op de dag voor die zitting. Nadat de rechtbank had meegedeeld dat zij bij de behandeling van die vordering geen acht zou slaan op dat proces-verbaal, heeft de officier van justitie tijdens die zitting die vordering ingetrokken. Vervolgens heeft de officier bij de raadkamer van de rechtbank dezelfde vordering gedaan op basis van hetzelfde proces-verbaal. De raadkamer heeft in de beschikking waarvan beroep die vordering afgewezen omdat zij de door de officier van justitie aangevoerde nieuwe informatie, gezien de eerdere opheffing van de voorlopige hechtenis, onvoldoende acht om voor een bevel tot gevangenneming. Naar het oordeel van het hof had de raadkamer de officier van justitie niet ontvankelijk moeten verklaren, daar de raadkamer niet bevoegd is om van een vordering tot gevangenneming kennis te nemen nu het onderzoek ter terechtzitting al was aangevangen. De officier van justitie had de vordering moeten doen ter terechtzitting.
Het hof zal daarom de beschikking waarvan beroep vernietigen en de officier van justitie alsnog niet ontvankelijk verklaren.
Het hof heeft gelet op het bepaalde in artikel 65, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING:

Het hof vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Aldus gegeven op 16 december 2015 door mrs E.A.K.G. Ruys, voorzitter, M.J. Stolwerk en A.W.M. Elders, raadsheren, in tegenwoordigheid van Y.E. Markerink-van Dorst, griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
De advocaat-generaal gelast voorzover nodig de tenuitvoerlegging van deze
beschikking en brengt deze ter kennis van verdachte.
Afschrift verstrekt aan raadsman op:
16 december 2015
Arnhem, 16 december 2015.
De advocaat-generaal,