Uitspraak
[verzoeker], wonende te [woonplaats],
[gemachtigde], wonende te [adres],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 december 2014 een verzoek tot wraking behandeld van raadsheer mr. W.M. van Schuijlenburg. Het verzoek werd ingediend door de gemachtigde van de verzoeker, die vreesde voor partijdigheid van de raadsheer. De aanleiding voor het wrakingsverzoek was de aanwezigheid van dossiers van het openbaar ministerie in de zittingszaal voordat de zaak van de verzoeker werd behandeld. De gemachtigde stelde dat dit de schijn van partijdigheid kon wekken, omdat de vertegenwoordigster van het openbaar ministerie al in de zaal aanwezig was voor een andere zaak. De wrakingskamer oordeelde dat de zittingen openbaar zijn en dat het publiek, inclusief de gemachtigde, vrij is om de zittingen bij te wonen. De kamer concludeerde dat de aanwezigheid van de dossiers geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid opleverde, aangezien de vertegenwoordigster van het openbaar ministerie enkel aanwezig was voor de behandeling van een andere zaak. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, maar adviseerde wel om de instructies voor bodes te herzien om de toegankelijkheid van de zittingszaal voor het publiek te waarborgen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.