Uitspraak
FNV Bondgenoten,
ITG,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen FNV Bondgenoten en Van Nelle Tabak Nederland B.V. (h.o.d.n. Imperial Tobacco Joure). FNV Bondgenoten, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A.C. Vijn, heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen ITG, vertegenwoordigd door mr.drs. I.M.C.A. Reinders Folmer. De kern van het geschil betreft de uitleg van een principeakkoord dat afwijkt van een CAO-bepaling. FNV Bondgenoten stelt dat in het principeakkoord is overeengekomen dat de verhoging van salarisschalen niet tot afbouw van persoonlijke toeslagen leidt. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat FNV Bondgenoten voldoende belang heeft bij de gevorderde beslissingen, ondanks het verweer van ITG dat er geen belang zou zijn in de zin van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek.
Het hof heeft vervolgens de inhoudelijke vordering van FNV Bondgenoten beoordeeld. De vordering was gericht op het verkrijgen van een verklaring voor recht dat de verhoging van salarisschalen zonder verrekening van persoonlijke toeslagen zou plaatsvinden. Het hof heeft geoordeeld dat de kantonrechter deze vordering ten onrechte had afgewezen. FNV Bondgenoten heeft niet aangetoond dat er een wilsverklaring van ITG was die afstand deed van het recht op verrekening, en het hof heeft geconcludeerd dat er geen bewijs is dat ITG zich niet op de CAO-bepaling zou mogen beroepen.
Uiteindelijk heeft het hof de vordering van FNV Bondgenoten afgewezen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. FNV Bondgenoten is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure. Het hof heeft de kosten vastgesteld op € 894,- voor salaris en € 683,- voor verschotten, en het meer of anders gevorderde afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen in hun afspraken en de gevolgen van CAO-bepalingen goed te begrijpen.