Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verweerder in het incidenteel hoger beroep
verzoekster in het incidenteel hoger beroep
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
I. een zorgregeling geldt tussen de man en de minderjarige [de minderjarige1]
, geboren [in] 2003 (verder te noemen: [de minderjarige1]), inhoudende drie
weekenden per maand van vrijdag 16.00 uur tot zondag 16.00 uur, alsmede de helft
van de vakanties en feestdagen met dien verstande dat de zomervakantie gelijkelijk
tussen partijen wordt verdeeld waarbij [de minderjarige1] twee weken aaneengesloten bij de man en
bij de vrouw verblijft;
II. te bepalen dat er wekelijks een belcontact tussen de man en [de minderjarige1] plaatsvindt op de
woensdagavond;
III. althans een zodanige zorg- en belregeling vast te stellen tussen de man en [de minderjarige1] als het
hof juist acht.
- zakelijk weergegeven - afwijzing ervan voor wat betreft de zorgregeling met bekrachtiging van de bestreden beschikking op dat punt en toewijzing van het verzoek op het punt van het belcontact in die zin dat er een belmoment zal zijn tussen [de minderjarige1] en de man iedere woensdagavond om 19.00 uur.
Tevens heeft de vrouw daarbij incidenteel appel ingesteld en daarin verzocht de bestreden beschikking te vernietigen voor zover daarbij haar verzoek om eenhoofdig gezag is afgewezen en opnieuw rechtdoende, te bepalen dat de vrouw voortaan alleen zal zijn belast met het gezag over de minderjarige [de minderjarige1].
- op 18 augustus 2014 een journaalbericht van mr. Bakker van 18 augustus 2014 met
bijlage en;
- op 3 november 2014 een brief met bijlagen van mr. Jongerman van 30 oktober 2014
met bijbehorend journaalbericht.
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing
Het ouderlijk gezag
21 november 2013, zorgen over de opvoedingssituatie van [de minderjarige1] bij de man door gebrek aan sensitiviteit aan de zijde van de man en verschillende incidenten die zich hebben voorgedaan tijdens omgangsmomenten, waaronder ruzies, dagelijks drugsgebruik door de man en zijn partner in het bijzijn van [de minderjarige1] alsmede het hebben van seksueel contact tussen de man en zijn partner in bijzijn van [de minderjarige1]. Blijkens de toelichting van BJZ ter zitting laat de man inmiddels wel verandering in zijn gedrag ten positieve zien. De gezinsvoogd ziet verder dat de vader zorgzaam is, extra voorzichtigheid in acht neemt en openstaat voor aanwijzingen van de gezinsvoogd.
De omgangsregeling
* de weekenden
- rekening houdend met de wens van [de minderjarige1] - in plaats van zijn aanvankelijk in het beroepschrift verzochte drie weekenden per maand, nu verzoekt om [de minderjarige1] één weekend per veertien dagen bij zich te ontvangen. Ter toelichting heeft de man aangegeven dat een maand soms vijf weekeinden omvat en hij om die reden een regeling wil van één weekeind per veertien dagen in plaats van twee weekeinden per maand.
* de verdeling van de vakanties
De belcontacten
Slotoverwegingen
5.De slotsom
6.De beslissing
- het tweede en het vierde weekend van iedere maand van vrijdag 16.00 uur tot zondag
16.00 uur, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen, met dien verstande dat
in de zomervakantie twee keer één week bij de man verblijft en drie
aaneengesloten weken bij de vrouw;
woensdagavond rond 19.00 uur;