ECLI:NL:GHARL:2014:9644
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. van der Meer
- A.H. Garos
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Hoofdverblijfplaats en zorgregeling in conflictueuze ouderrelatie
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de hoofdverblijfplaats en zorgregeling van de minderjarigen centraal. De ouders, die in een conflictueuze relatie verkeren, hebben een tweeling, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], die in 2003 zijn geboren. De moeder is in hoger beroep gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader was vastgesteld. De moeder verzoekt het hof om deze beschikking te vernietigen en de hoofdverblijfplaats bij haar vast te stellen, alsook om een uitgebreidere zorgregeling te bepalen. De vader heeft het verzoek van de moeder bestreden en incidenteel hoger beroep ingesteld om het gezamenlijk gezag te beëindigen en het eenhoofdig gezag aan hem toe te kennen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2014 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en zijn ook vertegenwoordigers van het Leger des Heils Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig geweest. Het hof heeft de situatie van de kinderen en de communicatie tussen de ouders zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de huidige situatie, waarin de kinderen bij de vader verblijven, in hun belang is, gezien de eerdere wisselingen in hun woonsituatie en de schadelijke effecten van een conflictueuze ouderrelatie op hun ontwikkeling. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank en benadrukt het belang van samenwerking tussen de ouders voor het welzijn van de kinderen. Het hof roept de ouders op om hun communicatie te verbeteren en samen te werken aan een constructieve zorgregeling, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan.