Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Apeldoorn(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
- Heeft de Inspecteur de navorderingsaanslagen IB/PVV 2001 en 2002 tijdig vastgesteld?
- Heeft de Inspecteur de contante uitbetalingen terecht als inkomsten uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen?
- Heeft de Inspecteur zonder het verdedigingsbeginsel te schenden mogen besluiten de data van de kasuitbetalingen niet aan belanghebbende te verstrekken?
- Heeft de Rechtbank de boeten voldoende gematigd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn?
- Heeft de Rechtbank belanghebbende terecht geen vergoeding van de werkelijke proceskosten toegekend voor de kosten die hij heeft gemaakt bij het weerleggen van de door de Inspecteur opgestelde vermogensvergelijking?
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
mr. A.J.H. van Suilen, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Riethorst als griffier.