Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Effect of confirming a cause of action
based on fraud or fraudulent breach of trust to which a trustee was a party or privy,or (…)
a person is under a disability while the person
is a minor, or
is in fact incapable of or substantially impeded in managing his or her affairs, and (…)
gezamenlijk, betekent dit (aldus [appellant]) dat [naam firma] niet “fully aware” was van de fraude, nu één van de bestuurders ([geïntimeerde]) dit bewustzijn niet had. Sterker nog: [geïntimeerde] betwist een vorderingsrecht op [naam firma] te hebben. Dit houdt in dat bij gebreke van enig bewustzijn de verjaringstermijn op grond van artikel 6 lid 1 van de Limitation Act niet is gaan lopen.
a personunder a disability (onderstreping hof)”. Lid 1 van dit artikel bepaalt dat:
For the purposes of this section,
a person is under a disability while the person
is a minor, or
is in fact incapable of or substantially impeded in managing his or her affairs, and (…)”
buitende desbetreffende persoon om, op welke omstandigheid hij/zij geen invloed heeft. Zou dit anders zijn, dan zou degene zelf een stuiting van een verjaringstermijn in de hand hebben, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Dit betekent dat, ook indien ervan zou moeten worden uitgegaan dat onder “a person” ook een vennootschap kan worden begrepen, er geen sprake van is dat [naam firma] gedurende de periode waarin zij uit het “Companies-register” was uitgeschreven “disable” was in de zin van artikel 7 van de Limitaion Act. Zij heeft het immers zelf in de hand gehad (door niet aan haar deponeringsplicht te voldoen) dat zij is opgehouden te bestaan en vervolgens zelf weer kon bepalen wanneer zij weer kwam te herleven (door weer aan voornoemde plicht te voldoen).
5.Slotsom
€ 7.896,-(3 punten x tarief V)