Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
Ingeval van tussentijdse beëindiging van de overeenkomst door opzegging door Opdrachtgever in het kader van artikel 3 lid 1 en 2, zal Opdrachtgever niet tot enige schadevergoeding gehouden zijn.
Opdrachtgever vergoedt aan Opdrachtnemer € 100,00 per gewerkt uur, exclusief BTW voor het uitvoeren van de werkzaamheden.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grieven 1 en 2leggen aan het hof ter beoordeling voor of de overeenkomst tussen [appellant] en [geïntimeerde] krachtens artikel 3 lid 2 sub e (rechtsgeldig) is geëindigd.
grief 3opkomt. Volgens [appellant] heeft [geïntimeerde] ongevraagd aan NS de mededelingen over het rekeningnummer gedaan en daarbij het vermoeden uitgesproken dat sprake was van faillissementsfraude. Zowel door de onjuiste mededeling over de faillissementsfraude als met de (op zich juiste) mededeling over het rekeningnummer heeft [geïntimeerde] onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig gehandeld, aldus [appellant].
Grief 4komt dan ook tevergeefs op tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg.