In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2014, staat de zorgregeling en hoofdverblijfplaats van de minderjarige [de minderjarige1] centraal. De ouders, de moeder en de vader, zijn verwikkeld in een juridisch geschil over de omgangsregeling en het gezag over hun dochter, geboren in 2007. De moeder heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 24 december 2013 aangevochten, waarin een zorgregeling was vastgesteld. De moeder verzoekt het hof om de omgang tussen de vader en de minderjarige op te schorten voor een jaar, terwijl de vader in incidenteel hoger beroep vraagt om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te vestigen.
Het hof verwijst naar eerdere onderzoeken en beschikkingen, waarbij de moeder herhaaldelijk heeft gesuggereerd dat de vader de minderjarige seksueel misbruikt. Diverse instanties, waaronder Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming, hebben deze vermoedens niet kunnen bevestigen. Het hof constateert dat de moeder niet in staat lijkt om de vader een rol in het leven van de minderjarige te laten spelen, wat de communicatie tussen de ouders onder druk zet.
Na de mondelinge behandeling op 30 oktober 2014, waarin beide ouders en hun advocaten aanwezig waren, concludeert het hof dat er mogelijk zwaarwegende redenen zijn om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader te vestigen. Het hof besluit om de behandeling aan te houden en de Raad voor de Kinderbescherming te verzoeken om aanvullend onderzoek te doen naar de opvoedingssituatie bij de vader. Totdat er een definitieve beslissing is genomen, wordt een voorlopige zorgregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige om de veertien dagen bij de vader verblijft. Tevens wordt een dwangsom opgelegd aan de moeder voor het niet naleven van deze regeling.
De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd voor zover het de zorgregeling betreft, en het hof verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming om voor 1 april 2015 te rapporteren over de opvoedingssituatie. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling na ontvangst van dit rapport.