ECLI:NL:GHARL:2014:8816
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling in strijd met belangen van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 november 2014 een beschikking gegeven in hoger beroep inzake de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door mr. M. Swart, had in hoger beroep verzocht om een zorgregeling, maar de moeder, vertegenwoordigd door mr. L.G. Mellens-Schrage, verzette zich hiertegen. Het hof had eerder op 9 juli 2013 een tussenbeschikking gegeven waarin de Raad voor de Kinderbescherming werd verzocht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van een zorgregeling. De Raad concludeerde dat contact met de vader op dat moment in strijd was met de belangen van het kind, dat te maken had met emotionele en gedragsproblematiek, en adviseerde om de beslissing over de zorgregeling aan te houden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 oktober 2014 werd duidelijk dat de situatie van het kind nog steeds zorgwekkend was. De Raad rapporteerde dat het kind nog steeds worstelde met een posttraumatische stressstoornis en dat er een goede werkrelatie met zijn behandelaars was, maar dat er nog veel weerstand was tegen contact met de vader. Het hof oordeelde dat het vaststellen van een omgangsregeling in strijd zou zijn met de zwaarwegende belangen van het kind, en ontzegde de vader het recht op omgang. Het hof benadrukte dat een ontzegging van omgang tijdelijk is en dat beide ouders de verantwoordelijkheid hebben om de gronden voor de ontzegging weg te nemen. De moeder werd aangespoord om hulp te zoeken en het kind neutraal te informeren over zijn vader, terwijl de vader werd aangespoord om te begrijpen dat de problematiek van het kind voortkomt uit de echtscheidingsproblematiek. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank Groningen van 13 november 2012.