Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
De motivering van de beslissing
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gebruiksvergoeding van de echtelijke woning en de alimentatie na de echtscheiding van partijen. De man, verzoeker in hoger beroep, had eerder een voorlopige voorziening gekregen voor het gebruik van de echtelijke woning, maar de vrouw, verweerster, had een verzoek ingediend voor een gebruiksvergoeding. Het hof heeft vastgesteld dat de echtelijke woning gemeenschappelijk eigendom is en dat de man, die het gebruik van de woning had, verplicht is om de vrouw een gebruiksvergoeding te betalen. De hoogte van deze vergoeding is vastgesteld op € 118,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf 17 januari 2013.
Daarnaast is de behoefte van de vrouw aan alimentatie beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw, gezien haar inkomen uit werk en de gebruiksvergoeding, een aanvullende bijdrage van de man nodig heeft om in haar levensonderhoud te voorzien. De man is veroordeeld tot het betalen van € 417,- per maand aan de vrouw als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud, eveneens met terugwerkende kracht vanaf 17 januari 2013. Het hof heeft de kosten van het geding gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak is van belang voor de vaststelling van gebruiksvergoedingen en alimentatie in het kader van echtscheidingen, waarbij de redelijkheid en billijkheid in de rechtsverhouding tussen de partijen centraal staan.