Uitspraak
1.[appellant 1],
[appellanten],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 12 mei 2014;
- een memorie na enquête van [appellanten];
- een memorie na enquête van [geïntimeerde].
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
- dat zij het rapport [rapport] pas in de loop van deze procedure overhandigd hebben gekregen;
- dat het exoneratiebeding slechts met het oog op "het naar buiten lopen van de muren" in de overeenkomst is opgenomen, dan wel dat zij redelijkerwijs hebben mogen begrijpen dat het exoneratiebeding hiertoe beperkt was.
Aangezien de stelplicht en bewijslast met betrekking tot de vraag of tijdig is geklaagd als bedoeld in artikel 7:23 BW op de koper rust (zie rechtsoverweging 5.3 van meergenoemd tussenarrest), rust de bewijslast ter zake van het door hen gestelde tijdstip van kennisname van het rapport [rapport] in dit verband op [appellanten] In het kader van de klachtplicht geldt de verklaring van [appellant 1] derhalve als partijgetuigenverklaring.
Ten aanzien van de vraag of de gebrekkige fundering non-conformiteit oplevert, ligt dit anders. Uitgangspunt is immers dat [appellanten], naar in hun stellingen besloten ligt, mochten verwachten dat de fundering voor normaal gebruik geschikt was (artikel 7:17 lid 2 BW en artikel 5.3 van de koopovereenkomst). Nu [geïntimeerde] zich op het standpunt stelt, dat hij [appellanten] vóór de totstandkoming van de koopovereenkomst heeft gewezen op de gebreken aan de fundering en dat hij bij één van de bezichtigingen van de woning het rapport [rapport] aan [appellant 1] heeft overhandigd, rust in het kader van de non-conformiteit de bewijslast van deze stelling op [geïntimeerde]. In dat verband geldt de verklaring van [geïntimeerde] derhalve als partijgetuigenverklaring.
:"(…)
De vierde keer kwam [appellant 1] alleen. Ik ben toen samen met hem in de kruipruimte geweest. Het luik bevindt zich direct achter de voordeur. Je kunt in de kruipruimte op je hurken zitten en dan de boel bekijken. Je ziet dan dat de binnenmuur loopt door de as van de woning. Net boven de grond lopen twee dikke trekstangen die zijn verankerd in de fundering van de buitenmuren. De binnenmuren rusten op de trekstangen. in 1984 zijn de buitenmuren opnieuw gefundeerd met palen. Dit blijkt uit het rapport van [rapport]. Dat rapport had ik toen al in mijn bezit. (…)
Later ben ik nog een keer met [appellant 1] onder de vloer geweest. (…) Ik ben nogmaals met hem onder de vloer geweest omdat de situatie voor hem nog niet helemaal duidelijk was. Hij wilde weten wat het precies zou gaan kosten om het te herstellen. Ik heb hem toen het rapport [rapport] gegeven waarin een bedrag genoemd wordt. (…)"
[getuige 3]:"(….)
Er werd besproken dat de binnenmuren niet goed werden opgevangen. Ik bedoel daarmee dat die niet goed zijn gefundeerd. U vraagt mij hoe de heer [appellant 1] daarop reageerde. De heer [appellant 1] heeft de hele woning gezien, hij heeft gezien dat de muren uit het lood stonden en dat de vloeren niet goed waren. Hij heeft onder de vloer gekeken. Zij reactie was steeds dat dit allemaal niet ter zake deed omdat hij 1 à 2 jaar in de woning zou wonen en dan de boel zou plat gooien. Dit werd bij ons in de woning zo besproken aan de keukentafel. De heer [geïntimeerde] heeft in mijn bijzijn het rapport [rapport] overhandigd aan de heer [appellant 1]. Dit was voor het sluiten van de koopovereenkomst. Hij heeft erbij gezegd dat hij het rapport maar eens op zijn gemak moest bekijken. (…) "
[getuige 4]:"(…)
Ik kan mij herinneren dat ik mijn vader tegen de heer [appellant 1] heb horen zeggen dat hij het rapport [rapport] goed door moest lezen. Ik heb daarbij gezien dat de heer [appellant 1] dit rapport in handen had. Op uw verzoek maak ik een tekening waar wij op dat moment stonden (wordt gehecht aan het proces-verbaal). Ik was onderweg naar binnen en zij stonden in de schuur. U vraagt mij of er letterlijk werd gesproken over het rapport [rapport]. Ja, die namen werden letterlijk zo genoemd. Ik kende dat bedrijf op dat moment niet. U moet weten dat ik een fotografisch geheugen heb. Ik kan mij al dat soort details nog herinneren. ook weet ik nog het logo dat op de envelop stond. Het was grafisch blauw, bestaande uit vierkantjes in een driehoeksverband als een soort van vissengraat. Ik ben bloemist, maar in mijn vrije tijd ook designer dus ik heb oog voor dit soort dingen. (…)
Ten slotte kan ik nog verklaren dat mijn toenmalige vriend als getuige het nodige kan verklaren, maar hij verblijft nu in Australië. Zij naam is [X]. Mr. Frijling verwijst naar productie 20 van de conclusie van antwoord, de laatste handgeschreven verklaring."
"(…)
toen dhr. [geïntimeerde] en [appellant 1] aanstalten maakten om naar buiten te gaan ben ik door de schuifpui naast de keuken naar binnen gelopen voor een kop koffie, toen stonden beide heren nog in het washok, en kon ik duidelijk zien dat dhr. [appellant 1] een vrij dikke enveloppe vast hield, dit in combinatie met het gesprek waarvan ik de naam Wesselink nog herinner en een reparatie bedrag van € 11.500,- moet het wel over hetzelfde onderwerp gaan. (…)"
"Tijdens de bezichtigingen nam ik waar dat de beide gevels iets uit het lood stonden. [geïntimeerde] zei tegen mij dat hij die gevels met draadstangen aan elkaar had vastgezet. Dit vormde voor mij geen reden tot ongerustheid. De halve binnenstad van Leeuwarden is op die manier vastgezet. Verder was te zien dat een aantal kozijnen niet meer 100% waren. Ik bedoel daarmee dat er houtrot in zat. Ook was te zien dat de beneden- en bovenvloer scheef afliepen. Er is niet gesproken over wat daarvan de oorzaak kon zijn. Verder was nog te zien dat alle deuren uit het lood hingen. Ik ging ervan uit dat dat kwam door de scheve buitenmuren en de aflopende vloeren. Andere gebreken of opvallende zaken heb ik niet waargenomen en heeft [geïntimeerde] ook niet met mij besproken.
U vraagt mij naar de vragenlijst (productie 18 bij de conclusie van antwoord in conventie).
U vraagt mij naar de bijlage bij de koopovereenkomst (productie 17 bij de conclusie van antwoord in conventie). Deze bijlage, die u mij toont, is niet de bijlage die ik getekend heb. Op de bijlage die getekend heb stond de allesbrander en het openhaardhout er niet op. Die waren er op mijn verzoek afgehaald. U vraagt mij hoe het dan zit met de handtekeningen onder productie 17. De bovenste handtekening zou van mij moeten zijn maar lijkt er niet op. De onderste handtekening zou van mijn vrouw moeten zijn maar wijkt ook af. U vraagt mij of in de bijlage die ik wel heb ondertekend een bepaling staat die gelijk is aan hetgeen onder punt 1 is opgenomen in bijlage 17. Ik antwoord daarop bevestigend. U vraagt mij wat ik dacht toen ik kennisnam van die tekst. Ik ging ervan uit dat die zin betrekking had op de zaken die ik had waargenomen en waarover ik u zojuist heb verteld, dus de scheeflopende muren en vloeren en verrotte kozijnen. U vraagt mij of ik aan [geïntimeerde] heb gevraagd wat er met deze tekst bedoeld werd. Nee ik heb daar niet meer met hem over gesproken."
bouwkundigegebreken, voor zover zij inderdaad aanwezig zijn en een normaal gebruik als woonhuis in de weg staan, onder de werking van het exoneratiebeding vallen en daarmee voor rekening komen van [appellanten] Het gaat hier om de volgende, gestelde gebreken:
- een ondeugdelijk rioolstelsel;
- verkeerd aangelegd water-, gas- en stroomleidingen naar de kantine;
- een ondeugdelijke elektrische installatie binnen de kantine;
- een ondeugdelijk geïnstalleerde lantaarnpaal op het campingterrein;
- vochtproblemen in de woning en in de douche;
- compleet verrotte kozijnen in de keuken en in de douche aan de onderzijde;
- een ondeugdelijke dakdoorvoer, een ondeugdelijk geïsoleerd dak en een ondeskundige aangebrachte dakbedekking;
- een compleet lek dakraam op beide slaapkamers lek;
- de ramen van het toiletgebouw kunnen geen van alle open en er is asbest verwerkt in alle daken (zomerhuisje, de overkapping van het houthok c.q. de droogplaats naast de stalling);
- de afvoer in de wasruimte ten behoeve van de wasmachine is door [geïntimeerde] foutief aangelegd in het beton, zodat bij verstopping de douchebak volloopt met vuil water.
nietvan bouwkundige aard zijn, geldt in beginsel dat deze voor rekening van [appellanten] komen krachtens artikel 5.1 van de koopovereenkomst, behoudens indien en voor zover het gaat om gebreken die een normaal gebruik als woonhuis in de weg staan en deze niet aan [appellanten] kenbaar waren op het moment van het tot stand komen van de koopovereenkomst (artikel 5.3 van de koopovereenkomst).
Het gaat hier om de volgende gebreken:
- een compleet gedempte duiker in de sloot als gevolg van illegaal gestort puin;
- een compleet verrotte vaatwasser, compleet verbrande bedrading, een half verbrande hoofdkast op het campingterrein;
- verstopte hemelwaterafvoeren, verstopte en lekke dakgoten.
Naar het oordeel van het hof hebben [appellanten] niet althans onvoldoende onderbouwd dat deze gebreken een normaal gebruik als woonhuis in de weg staan, zodat hoe dan ook geen sprake is van non-conformiteit.
Gelet op de omschrijving van de verkochte onroerende zaak als woonhuis annex schuur, kantine/recreatiezaaltje, de exoneratie in artikel 5.1 van de koopovereenkomst en de garantie dat de onroerende zaak geschikt is voor normaal gebruik als woonhuis, alsmede punt 6 van de bijlage bij de overeenkomst, volgt het hof [geïntimeerde] in diens verweer dat de onroerende zaak niet (mede) als camping is verkocht, en dat [appellanten] zelf zorg dienden te dragen voor de daarvoor benodigde vergunning van de gemeente [Y]. De gestelde gebreken leveren derhalve geen non-conformiteit op.