ECLI:NL:GHARL:2014:8499
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging van verdachte ter zake van overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte wegens overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte had op 19 januari 2013 in Hilversum een personenauto bestuurd terwijl hij onder invloed van alcohol was, met een ademalcoholgehalte van 455 microgram per liter uitgeademde lucht. Naar aanleiding van deze overtreding had het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) het rijbewijs van de verdachte ongeldig verklaard en hem verplicht om deel te nemen aan een alcoholslotprogramma (ASP).
De politierechter had de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging, omdat de ongeldigverklaring van het rijbewijs als een strafrechtelijke sanctie moest worden beschouwd. Het hof heeft deze beslissing bevestigd, waarbij het artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht in het licht van artikel 50 van het EU-Handvest heeft geïnterpreteerd. Het hof oordeelde dat de maatregel van ongeldigverklaring van het rijbewijs, gezien de zwaarte ervan, moet worden aangemerkt als een 'criminal charge'. Dit betekent dat de verdachte niet opnieuw vervolgd kan worden voor hetzelfde feit, aangezien hij al een onherroepelijke strafrechtelijke sanctie heeft ondergaan.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de eerdere maatregel geen strafrechtelijke aard had, verworpen. De uitspraak van het hof bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte, en het vonnis van de politierechter is met aanvulling van gronden bevestigd.