Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 24 januari 2014;
- de memorie van grieven, met een productie;
- de memorie van antwoord, met een productie.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het de eigendomsoverdracht van een gestolen auto. De auto, een BMW, werd op 30 mei 2011 door [appellante] verkocht aan [geïntimeerde] voor € 12.250,-. Na een aantal transacties werd de auto op 20 april 2012 door [geïntimeerde] verkocht aan [het bedrijf] voor € 15.350,-. In juni 2012 werd echter vastgesteld dat de auto op 25 januari 2011 was gestolen, wat leidde tot strafvorderlijk beslag en ongeldigverklaring van het kentekenbewijs. [het bedrijf] ontbond de koopovereenkomst en vorderde terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding van [geïntimeerde], die op zijn beurt [appellante] in vrijwaring opriep.
De rechtbank Midden-Nederland oordeelde in het vonnis van 30 oktober 2013 dat [appellante] tekort was geschoten in zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst en dat [geïntimeerde] zich terecht op ontbinding had beroepen. [appellante] werd veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding aan [geïntimeerde]. In hoger beroep richtten de grieven van [appellante] zich tegen deze beslissing.
Het hof bevestigde dat de auto in januari 2011 was gestolen en dat deze in beslag was genomen. [geïntimeerde] stelde dat de auto was teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar, wat door [appellante] werd betwist. Het hof besloot dat [geïntimeerde] de gelegenheid kreeg om te bewijzen dat de auto daadwerkelijk was teruggegeven aan de bestolene, en hield verdere beslissingen aan. De zaak werd verwezen naar de rol van 2 december 2014 voor akte aan de zijde van [geïntimeerde].