Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
grief Ibezwaar tegen dat de rechtbank in het vonnis van
grief in het incidenteel appeldan ook dat de helft van de (bruto) waarde van de polis, € 121.714,- aan haar wordt uitgekeerd, vermeerderd met een rendement van 4% per jaar tot de datum waarop de rechtbank eindvonnis heeft gewezen. In de visie van [geïntimeerde] kan het niet zo zijn dat [appellant] in november 2007 vertrekt en vervolgens per
grief IIdat de rechtbank ten onrechte de auto's van partijen, een Mercedes [kenteken] en een Mercedes [kenteken] niet heeft verdeeld.
grief IIIdat de rechtbank ten onrechte niet over de lijfrentepolis bij Univé heeft beslist. Deze polis is - aldus [appellant] - aan [geïntimeerde] uitgekeerd voor een bedrag van € 7.256,-, zodat [geïntimeerde] de helft daarvan aan hem moet betalen.
grief IVdat de rechtbank ten onrechte niet heeft beslist op de door hem gevorderde vergoeding van niet door hem genoten loon.