ECLI:NL:GHARL:2014:8169
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- I.A. Vermeulen
- W. Foppen
- P.J. Landman
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over een minderjarige in het kader van een familiekamerprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, hierna aangeduid als [minderjarige]. De moeder, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming af te wijzen. De Raad had eerder verzocht om de moeder te ontheffen van het ouderlijk gezag, wat de rechtbank had toegewezen. De moeder was belast met eenhoofdig gezag over [minderjarige], die onder toezicht was gesteld en uit huis geplaatst vanwege ernstige zorgen over de opvoedingssituatie, waaronder drugsgebruik en huiselijk geweld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2014 werd duidelijk dat de moeder weliswaar positieve ontwikkelingen had doorgemaakt, maar dat deze niet voldoende waren om het gezag te behouden. Het hof oordeelde dat de moeder ongeschikt was om haar zorgplicht te vervullen, mede gezien haar verleden van verslavingsproblematiek en de onveilige situatie voor [minderjarige]. De Raad en Bureau Jeugdzorg (BJZ) gaven aan dat het belang van [minderjarige] voorop staat en dat hij in het pleeggezin waar hij al geruime tijd verblijft, het beste kan opgroeien.
Het hof concludeerde dat de ontheffing van het gezag in het belang van [minderjarige] was, om hem een stabiele en veilige opvoedsituatie te bieden. De moeder blijft echter altijd de moeder van [minderjarige], en het hof benadrukte het belang van haar rol in zijn leven, zij het op afstand. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd, en het hof wees het meer of anders verzochte af.