Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
de bewindvoerder,
[belanghebbende],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een verzoek om machtiging tot schenking van een tijdelijk verhoogde belastingvrije som van € 100.000,-- aan mogelijke erfgenamen. De bewindvoerder, die optreedt als mentor en bewindvoerder over het vermogen van de belanghebbende, had eerder een verzoek ingediend bij de kantonrechter te Lelystad. De bewindvoerder had in een tussenbeschikking van 26 september 2014 de gelegenheid gekregen om vragen te beantwoorden, maar heeft op 10 oktober 2014 laten weten dat het beantwoorden van deze vragen te veel werk zou kosten en heeft haar grieven 1 tot en met 5 ingetrokken. Grief 6, die al eerder was besproken, bleef echter in behandeling.
Het hof heeft vastgesteld dat de ingetrokken grieven geen verdere bespreking behoeven. In de beoordeling van grief 6 oordeelde het hof dat deze ongegrond was, voor zover deze betrekking had op een hogere vergoeding voor de bewindvoerder. De beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd, met een aanvulling voor de machtiging tot uitbetaling van reiskosten die de bewindvoerder in 2013 had gemaakt. De beslissing van het hof houdt in dat de bewindvoerder gemachtigd wordt tot betaling van € 2.680,- aan zichzelf, ten laste van het vermogen van de belanghebbende, voor gemaakte reiskosten. Verder werd afgewezen wat meer of anders was verzocht.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en markeert een belangrijke stap in de procedure rondom beschermingsbewind en de financiële belangen van de betrokkenen.