Uitspraak
Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Beoordeling verzoeken
ende bevindingen van deskundige Botter.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 oktober 2014 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, die momenteel verblijft in het Huis van Bewaring Zwolle, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 28 mei 2014. Tijdens de zitting op 6 oktober 2014 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. J.W.E. Luiten.
De raadsman heeft verzocht om een deskundige te benoemen voor contra-expertise met betrekking tot de overlijdende bevindingen van deskundige Botter. Daarnaast heeft hij verzocht om onderzoek naar de girale overboekingen van de bankrekening van het slachtoffer naar die van de verdachte. De advocaat-generaal heeft deze verzoeken afgewezen, omdat de noodzaak hiervan niet is aangetoond.
Het hof heeft het verzoek van de raadsman om onderzoek naar de girale overboekingen afgewezen, omdat dit verzoek onvoldoende onderbouwd was. Echter, het hof heeft wel besloten om raadsheer-commissaris S.J.M. Eikelenboom-Schieveld als deskundige te benoemen. Deze deskundige moet de bevindingen van de deskundigen D. Botter en R. Dekker beoordelen en hierover een rapport uitbrengen. Het hof heeft het onderzoek heropend en bepaald dat de zaak tegen een nog nader te bepalen tijdstip zal worden hervat, met inachtneming van de noodzaak om het onderzoek niet langer dan drie maanden te schorsen.
De beslissing is genomen door de voorzitter mr. M. Otte, samen met mr. A.J. Smit en mr. J.M.J. Denie, in aanwezigheid van griffier mr. I.I.D. Leene. Het arrest is ter openbare terechtzitting uitgesproken op 20 oktober 2014.