Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil in hoger beroep
21 november 2012. Deze grieven zien op de draagkracht van de man. De grieven XI en XII missen zelfstandige betekenis en zullen daarom niet afzonderlijk besproken worden. De grieven V en VII zijn tijdens de mondelinge behandeling ingetrokken, zodat het hof daarop niet meer behoeft te beslissen. De vrouw verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en te bepalen dat de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen zal betalen van € 508,- per kind per maand met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, en dat de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud wordt bepaald op € 1.263,- bruto per maand met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.
5.De motivering van de beslissing
1 juli 2013 geen draagkracht voor een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen.
€ 2.031,-) + € 850,-).