3.1In geschil is of de aanslag terecht en tot een juist bedrag is opgelegd. Belanghebbende heeft daartoe het volgende aangevoerd.
de zuiveringsheffing biedt geen grondslag voor heffing bij een calamiteit als de onderhavige;
de afsluiters zijn na de ramp ten onrechte geopend door medewerkers van het Waterschap, het Rijk, de gemeente, dan wel een andere overheidsfunctionaris; door dit handelen heeft de heffingsambtenaar het recht verloren aan belanghebbende de onderhavige aanslag op te leggen;
de hoogte van de heffing is onaanvaardbaar in het licht van de kosten die het Waterschap in verband met de zuivering heeft moeten maken;
e heffingsambtenaar heeft onbehoorlijk gehandeld door eerst een aanslag op te leggen aan de verkeerde rechtspersoon en vervolgens een hogere aanslag aan belanghebbende;
de heffingsambtenaar heeft onbehoorlijk gehandeld door het Tauw-rapport eerst op 1 december 2011 (twee weken voor een geplande hoorzitting op 15 december) aan belanghebbende over te leggen en vervolgens stukken achter te houden;
gelet op de tekst van de Verordening kan slechts worden geheven over de afvalstoffen die terecht zijn gekomen in de RWZI;
door onzorgvuldig handelen van het Waterschap heeft belanghebbende niet (volop) de kans gekregen in (een zijtak van) het riool terechtgekomen Urean30 (geheel) terug te pompen en af te voeren;
gelet op het feit dat het Waterschap niet tijdig de juiste maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat de in het riool terechtgekomen Urean30 de RWZI zou bereiken, kan alleen worden geheven over de Urean30 die gedurende de eerste twaalf uren na de ramp de RWZI heeft bereikt;
de in het Tauw-rapport gehanteerde effluentmethode is te onnauwkeurig om als onderbouwing van de aanslag te worden gebruikt.