ECLI:NL:GHARL:2014:7438
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige bij grootouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], bij zijn grootouders aan de zijde van de vader. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, die de uithuisplaatsing had verlengd. De moeder verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen, met als argument dat [minderjarige] teruggeplaatst zou moeten worden bij haar, en dat er een plan van aanpak moest komen voor terugplaatsing.
Het hof verwijst naar de eerdere beschikking van de kinderrechter van 13 maart 2014, waarin de ondertoezichtstelling van [minderjarige] en de machtiging tot uithuisplaatsing bij de grootouders was verlengd. De moeder had in hoger beroep aangevoerd dat de grootouders niet neutraal waren en dat zij niet de juiste zorg voor [minderjarige] konden bieden. Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJZ) heeft echter betoogd dat [minderjarige] bij de grootouders een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat de moeder niet openstaat voor andere zienswijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 augustus 2014 is [minderjarige] gehoord, die aangaf bij zijn grootouders te willen blijven wonen. Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de problematiek tussen de ouders en de positieve ontwikkeling van [minderjarige] bij de grootouders. Het hof heeft geconcludeerd dat het in het belang van [minderjarige] is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, zodat zijn ontwikkeling en veiligheid gewaarborgd blijven. De beschikking van de kinderrechter is dan ook bekrachtigd.