Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
“Beste [C], [B] en [D],Naar aanleiding van jullie vraag voor het vastleggen van de afspraken die gemaakt zijn tijdens het overleg van 20 maart 2003 stuur ik jullie hierbij het beloofde verslag.Datum: 20 maart 2003Plaats: Kwekerij [appellante], NieuwveenAanwezig: [B] (mede-eigenaar Kwekerij [appellante]), [A] (DLV BMT),[importeur] (importeur Nederland), [installateur] (installateur) en 2 personen vanTGU (importeur Duitsland)Tijdens het overleg zijn de volgende afspraken gemaakt:• [importeur] en de 2 personen van TGU bekijken de situatie ter plaatse en proberen verschillende neveneffecten naar voren te halen als mogelijke oorzaak voor het afsterven van de planten (o.a. dubbele potten, planten die hangen aan het touw etc.).• Een kap wordt van water voorzien. De droge plekken in de kap worden opgespoord. Door met een knie op het anti-worteldoek te gaan zitten, wordt duidelijk gemaakt dat de bevloeiingsmat ter plaatse geen water opneemt.• De bevloeiingsmat ter plaatse van een droge plek wordt verwijderd. De bevloeiingsmat wordt in een bak met water gehangen. De mat neemt geen water op. De bevloeiingsmat wordt in een bak met water gelegd. De mat neemt als nog geen water op.• De 2 personen van TGU nemen een monster van de bevloeiingsmat mee en laten dit onderzoeken. Ze beloven binnen 14 dagen te reageren met wat het onderzoek heeft opgeleverd.”
“Mijn cliënte behoudt zich uitdrukkelijk al haar rechten voor die voor haar uit die gebrekkige leverantie voortkomen en/of waarop ik namens mijn cliënte in mijn bovengenoemde brief aanspraak maak; waaronder het recht op schadevergoeding en het recht op terugvordering van de betaalde prijs. U dient dus alle stukken en andere gegevens die op deze zaak betrekking hebben te bewaren, aangezien u anders geschaad zou kunnen worden in uw mogelijkheden tot verweer.”
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De grieven
3 april 2008 van mr. Gelpke aan [geïntimeerde].
“[appellante] kan haar vordering niet meer op [geïntimeerde] verhalen aangezien de vordering van [appellante] is verjaard. [appellante] heeft de vermeende problemen met de werking van de mat in februari/maart 2003 ontdekt en [geïntimeerde] bij brief d.d. 19 mei 2003 aansprakelijk gesteld (productie 6 ID). Ten onrechte stelt [appellante] zich op het standpunt dat zij de verjaring met haar brief van 3 april 2008 tijdig heeft gestuit (productie 11 ID).”
20 maart 2003, waarbij aanwezig waren: [B] [appellante] (mede-eigenaar Kwekerij [appellante]), [A] van DLV (de door [appellante] ingeschakelde deskundige), [importeur] (de Nederlandse importeur van de matten), [installateur] (namens [geïntimeerde]) en TGU (de Duitse importeur van de matten), volgt dat [appellante] in maart 2003 ook reeds het bestaan van de schade kende en wist dat [geïntimeerde] daarvoor aansprakelijk was. Dat op dat moment de samenstelling en omvang van de schade alsmede de precieze oorzaak van het gebrek nog niet bekend waren, doet niet aan af aan de omstandigheid dat [appellante] daadwerkelijk in staat was tot het instellen van een rechtsvordering ter zake van die schade (HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8903).
a) De feiten en omstandigheden aangevoerd bij de grieven I en II (zie onder 4.10).
b) [appellante] meende dat [geïntimeerde] ook de schade van [appellante] door [importeur] en/of TGU op [importeur] zou verhalen. [geïntimeerde] heeft immers in 2008 bij haar jegens [importeur] gedaan beroep op stuiting van de verjaring ook de schade van [appellante] genoemd en (zij het eerst op 3 juli 2009) aan [appellante] een afschrift van de dagvaarding gezonden, waarin aanspraak wordt gemaakt op vergoeding van door [appellante] geleden schade.
c) De toezegging zijdens [geïntimeerde] om [appellante] “hangende de procedure” op de hoogte te houden “van de stand van zaken”, zodat [appellante] een afwachtende houding zou (blijven) aannemen.
d) [geïntimeerde] heeft [appellante] “aan het lijntje” gehouden.
e) [geïntimeerde] is door het verstrijken van de tijd niet geschaad in haar verdediging of mogelijkheden van regres/schadeverhaal.