Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant],
[appellanten],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling van de appellanten, die op 6 maart 2012 door de rechtbank Leeuwarden was toegepast. De rechtbank had mevrouw A.T. Bosma benoemd tot bewindvoerder. Op verzoek van de geïntimeerde is de schuldsaneringsregeling op 21 mei 2014 tussentijds beëindigd, wat door de rechtbank is hersteld op 5 juni 2014. De rechtbank oordeelde dat er feiten en omstandigheden waren die bij de indiening van het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling al bekend waren, waaronder een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling van de appellant voor het onttrekken van een auto aan beslag. De rechtbank concludeerde dat deze veroordeling niet verenigbaar was met de wettelijke schuldsaneringsregeling en dat de appellanten niet te goeder trouw waren geweest in hun financiële handelen.
In hoger beroep hebben de appellanten geprobeerd het vonnis van de rechtbank te vernietigen, maar het hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld. De appellanten stelden dat zij altijd het belang van de schuldeisers voorop hebben gesteld en dat zij te goeder trouw waren. Echter, het hof vond dat de appellanten onvoldoende bewijs hadden geleverd om hun stellingen te onderbouwen. Het hof concludeerde dat de appellanten niet hadden aangetoond dat zij afspraken hadden gemaakt met de deurwaarder over het aflossen van hun schulden en dat zij niet voldoende duidelijkheid hadden verschaft over de gang van zaken rondom hun financiële situatie.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank, waarmee de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling werd bevestigd. Het hof benadrukte dat de appellanten niet hadden aangetoond dat zij te goeder trouw waren geweest en dat de strafrechtelijke veroordeling een belangrijke factor was in de beslissing om de schuldsaneringsregeling te beëindigen.