Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de vennootschap onder firma V.O.F. [pachter sub 1],
[pachter sub 2],
[pachter sub 3],
[pachter sub 4],
Gemeente Amsterdam,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door V.O.F. [pachter sub 1] en de vennoten [pachter sub 2], [pachter sub 3] en [pachter sub 4] tegen de Gemeente Amsterdam. De zaak betreft een pachtovereenkomst en de voorgenomen aanleg van een moeraszone op percelen die door de pachter van de Gemeente zijn gepacht. De Gemeente heeft in eerste aanleg ontbinding van de pachtovereenkomst gevorderd op grond van artikel 7:377 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de pachter het perceel niet meer agrarisch zou kunnen gebruiken door de voorgenomen bestemming. Het hof oordeelt dat de voorgenomen bestemming voor niet tot de landbouw betrekkelijke doeleinden in overeenstemming is met het bestemmingsplan, dat onherroepelijk is. Het hof wijst de grieven van de pachters af en bevestigt de beslissing van de pachtkamer in eerste aanleg, met uitzondering van de beslissing over de proceskosten, die wordt herzien. De pachters worden veroordeeld in de kosten van het geding in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.