ECLI:NL:GHARL:2014:6518
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. van der Meer
- W. Foppen
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over minderjarigen en de rol van de Raad voor de Kinderbescherming
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van een moeder over haar twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank Overijssel had eerder op 20 juni 2013 en 25 juni 2013 de moeder ontheven van het gezag over deze kinderen en Bureau Jeugdzorg Overijssel benoemd tot voogd. De moeder, bijgestaan door haar advocaat, heeft in hoger beroep verzocht om de eerdere beschikkingen te vernietigen en het verzoek tot ontheffing af te wijzen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek van de moeder bestreden en verzocht om bekrachtiging van de eerdere beschikkingen.
Tijdens de zitting op 29 juli 2014 heeft het hof de zaak behandeld, waarbij de moeder, haar advocaat, vertegenwoordigers van de Raad en Bureau Jeugdzorg aanwezig waren. De minderjarige [minderjarige 2] heeft ervoor gekozen om geen gebruik te maken van de gelegenheid om haar mening te uiten. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder de processen-verbaal van de eerdere zittingen en de bereidverklaringen van Bureau Jeugdzorg.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder in het verleden ongeschikt is gebleken om de zorg voor haar kinderen adequaat te vervullen, ondanks eerdere hulpverlening. De kinderen hebben een zorgelijke achtergrond en zijn onder toezicht gesteld vanwege ernstige opvoedingsproblemen. Het hof oordeelt dat het belang van de kinderen, die nu in een veilige en gestructureerde omgeving verblijven, zwaarder weegt dan het belang van de moeder om het gezag te behouden. De moeder heeft niet aangetoond dat zij in staat is om de opvoeding van de kinderen op zich te nemen, en het hof concludeert dat de voogdij moet worden overgedragen aan Bureau Jeugdzorg, die de belangen van de kinderen kan behartigen. De eerdere beschikkingen van de rechtbank worden dan ook bekrachtigd.