ECLI:NL:GHARL:2014:6408
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.W. Beversluis
- I.A. Vermeulen
- D. van Emden
- Rechtspraak.nl
Verlening van voorlopige machtiging tot uithuisplaatsing in gesloten jeugdzorg voor minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voorlopige machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [verzoeker]. De zaak betreft de verzoeken van [verzoeker] om de eerdere beschikkingen van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland te vernietigen, die hem in een gesloten jeugdzorgvoorziening had geplaatst. De kinderrechter had op 4 april 2014 en 29 april 2014 machtigingen verleend voor uithuisplaatsing, omdat er ernstige zorgen waren over de ontwikkeling van [verzoeker], die onder toezicht was gesteld van Bureau Jeugdzorg (BJZ). Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de gedragsproblemen van [verzoeker], zijn schoolverzuim en zijn politiecontacten. Het hof heeft vastgesteld dat de machtigingen tot uithuisplaatsing noodzakelijk waren om te voorkomen dat [verzoeker] zich aan de zorg zou onttrekken.
Tijdens de zitting heeft de advocaat van [verzoeker] betoogd dat gesloten plaatsing niet de juiste oplossing is en dat [verzoeker] bereid is om hulp te zoeken in een open setting. BJZ heeft echter benadrukt dat gesloten plaatsing noodzakelijk is voor de bescherming van [verzoeker]. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de eerdere beschikkingen van de kinderrechter op juiste gronden zijn verleend. Het hof heeft de bestreden beschikkingen bekrachtigd, waarbij het belang van [verzoeker] voorop staat. Het hof heeft ook zijn zorgen geuit over de huidige situatie van [verzoeker], die niet bereikbaar is voor zijn ouders of BJZ, en heeft de hoop uitgesproken dat er een constructieve dialoog kan plaatsvinden om zijn ontwikkeling te ondersteunen.