Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Centrale administratie(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de verzuimboete van € 412 voor het gebruik van een auto zonder handelaarskenteken verminderd tot € 41. De belanghebbende, een autobedrijf, had een naheffingsaanslag ontvangen voor de periode van 21 maart 2011 tot en met 20 maart 2012, omdat hij een auto uit zijn bedrijfsvoorraad had gebruikt zonder het vereiste handelaarskenteken. De rechtbank verklaarde het beroep tegen de naheffingsaanslag ongegrond, maar het beroep tegen de verzuimboete gegrond, wat leidde tot de vermindering van de boete.
In hoger beroep heeft de Inspecteur de beslissing van de rechtbank bestreden, stellende dat de boete van € 412 terecht was opgelegd. Het Hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden van de handelaarsregeling, waardoor de verzuimboete van 100% van de nageheven belasting passend was. Het Hof oordeelde dat de omstandigheden die de rechtbank had aangevoerd voor de vermindering van de boete niet voldoende waren om de boete te verlagen. De belanghebbende had niet aangetoond dat hij de handelaarskentekenplaten correct had bevestigd aan de auto, en er waren geen andere omstandigheden die aanleiding gaven om de boete te vernietigen of te verminderen. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de verzuimboete gehandhaafd.