Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de erkenning van een huwelijk en de vaststelling van partneralimentatie centraal. De beschikking betreft een hoger beroep van een vrouw tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin haar verzoek om een bijdrage in de kosten van levensonderhoud werd afgewezen. De vrouw, die de Togolese nationaliteit heeft, stelt dat zij op 24 juni 2006 in Togo is gehuwd met de man, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De man betwist echter de rechtsgeldigheid van het huwelijk en stelt dat er geen geldig huwelijk is gesloten, omdat er geen officiële akte is getekend op de datum van het huwelijk. De vrouw heeft in hoger beroep vijf grieven ingediend, waarbij zij de afwijzing van haar verzoek om alimentatie aanvecht. De man heeft in incidenteel hoger beroep één grief ingediend, gericht op de ontvankelijkheid van de vrouw in haar verzoek en de rechtsgeldigheid van het huwelijk. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juni 2014 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft de vrouw in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van het huwelijk, waaronder de originele huwelijksakte. De zaak is aangehouden om de vrouw de kans te geven om het benodigde bewijs aan te leveren, met een deadline tot 1 oktober 2014. Het hof heeft verder bepaald dat de man binnen twee weken kan reageren op de ingediende stukken.