Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
3.Slotsom
€ 9,-
€ 11.420,50(3,5 punten x tarief VI)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een geschil tussen de besloten vennootschap Packaging NL B.V. (hierna: Otto) en B.V. Aldipress (hierna: Aldipress) over de betaling van bedragen in verband met 'unexpected retouren' en de vraag of er een volmacht was verleend aan een vertegenwoordiger van Otto. Otto had in hoger beroep een vordering ingesteld tot betaling van € 200.237,89 en een wijziging van een vaststellingsovereenkomst, maar het hof oordeelde dat deze vorderingen niet konden worden toegewezen. Het hof verwees naar een eerder tussenarrest van 2 april 2013 en concludeerde dat Otto niet was geslaagd in het leveren van tegenbewijs tegen het oordeel dat partijen in onderling overleg hadden besloten om vanaf week 31 van 2007 geen bedragen meer in rekening te brengen voor unexpected retouren. Het hof oordeelde dat de getuigenverklaringen van Otto niet overtuigend waren en dat Aldipress gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de bevoegdheid van de vertegenwoordiger van Otto om de afspraak te maken om de facturatie te stoppen.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank Utrecht, met uitzondering van de verwijzing naar de schadestaatprocedure in de voorwaardelijke reconventionele vordering van Aldipress. Otto werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 7.400,- in verband met onrechtmatig gelegde conservatoire beslagen, vermeerderd met rente. De proceskosten aan de zijde van Aldipress werden vastgesteld op € 16.265,50. Het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.