Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
[geïntimeerden] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 23.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 13 april 2012 dan wel 16 april 2012, zijnde de datum van de ontbinding subsidiair vanaf 26 juni 2012, meer subsidiair vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening, alsmede een bedrag van €2.142,00 en een bedrag van € 1.010,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
[geïntimeerden] te veroordelen tot betaling aan [appellant] van al hetgeen door [appellant] ter uitvoering van het bestreden in eerste aanleg aan [geïntimeerden] is voldaan, zijnde een bedrag van € 2000,00, aan [appellant] terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot de dag van terubetaling;
[geïntimeerden] te veroordelen in de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten, te rekenen vanaf 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen arrest;
[geïntimeerden] te veroordelen in de nakosten ten belope van € 131,00 en de nakosten ten belope van € 68,00 een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het arrest, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf vorenbedoelde termijn voor voldoening."
De tussen partijen vaststaande feiten
“Hallo [geïntimeerde 2], je spreekt met [appellant].
Ik heb een mailtje gehad van de makelaar.
Ja
Maar je zei net tegen mij dat je al twee weken geleden de overeenkomst hebt ondertekend?
Ja
Maar de makelaar die zegt dat er nog niet ondertekend is
Oh, misschien makelaar goed kijken dat weet ik niet
Ja
Nog wij wachten nog twee weken?
Nou misschien gaat het wel langer duren. Ze zegt dat ze hierover gesproken heeft met jou en je broer
Luister, ik met broer kom samen. Ik allemaal wachten met broer, komen van [land]
Het geschil en de beslissing van de rechtbank
De motivering van de beslissing
rief Iis dat de rechtbank in voormeld eindvonnis niet alle door [appellant] gestelde en door [geïntimeerden] niet gemotiveerd weersproken feiten als tussen partijen vaststaand heeft vermeld. Met
grief IIwordt bezwaar gemaakt tegen rechtsoverweging 4.3 van voormeld vonnis, voor zover daarin in overwogen dat [appellant] de aanvaarding door [geïntimeerden] in de vorm van de ondertekende schriftelijke overeenkomst had moeten bereiken, hetgeen niet is gebeurd, en dat mede gezien het feit dat [Y] namens [geïntimeerden] op
12 maart 2012 uitdrukkelijk heeft laten weten aan [appellant] dat [geïntimeerden] afzien van de koopovereenkomst heeft [appellant] de overeenkomst met doorgekraste handtekeningen niet kunnen opvatten als een schriftelijke aanvaarding van het aanbod door [geïntimeerden] Voorts is deze grief ook gericht tegen de overweging dat niet relevant is of de handtekeningen door [geïntimeerden] of door [Y] zijn doorgekrast en tegen de overweging dat mitsdien geen schriftelijke overeenkomst tussen partijen is tot stand gekomen, zodat de koopovereenkomst nietig is (art. 3:39 BW).
Grief IIIis gekeerd tegen de daarop volgende overweging, inhoudend dat [appellant] met zijn stelling dat de wettelijke bedenktijd van drie dagen is gaan lopen op 5 maart 2012, eraan voorbijgaat dat ingevolge art. 7:2 BW de tussen partijen opgemaakte akte of een afschrift daarvan aan de koper moet worden overhandigd en dat in casu nog geen sprake was van een perfecte schriftelijke overeenkomst, zodat deze nog niet aan de koper overhandigd kon worden. Volgens [appellant] overweegt de rechtbank vervolgens ook nog ten onrechte dat de juiste volgorde van handelingen vooral zo belangrijk is, omdat het moment van overhandigen de bedenktermijn afbakent.
Grief IVis gericht tegen de slotoverweging van rechtsoverweging 4.3 en inhoudend dat nu de koopovereenkomst nietig is er geen sprake kan zijn van enge tekortkoming van [geïntimeerden], reden waarom de rechtbank de vordering van [appellant] zal afwijzen. Met
grief Vkeert [appellant] zich tegen (de motivering van) zijn veroordeling in de proceskosten.