Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juli 2014, betreft het de vaststelling van kinderalimentatie na een echtscheiding tussen Richard Antonius van der Vlist en zijn ex-partner. Het huwelijk van partijen is op 1 augustus 2006 ontbonden, en zij zijn de ouders van twee minderjarige kinderen. In een eerder convenant uit 2005 werd afgesproken dat de man, na afloop van zijn wettelijke schuldsanering, een bijdrage zou leveren aan de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De rechtbank Midden-Nederland had in een eerdere beschikking de alimentatie vastgesteld op € 150,- per kind per maand, met ingang van 1 november 2013.
De man ging in hoger beroep tegen deze beschikking, met als argument dat de behoefte van de kinderen en zijn draagkracht niet correct waren beoordeeld. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2014 was de man niet aanwezig, maar zijn advocaat was wel aanwezig. De vrouw verscheen in persoon, bijgestaan door haar advocaat. Het hof verwees naar de relevante wetgeving omtrent bewindvoering, waarbij de bewindvoerder als formele procespartij optreedt voor de rechthebbende. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder in deze zaak opgeroepen moest worden om te verschijnen, zodat de procedure correct kon worden voortgezet.
De beslissing van het hof was om de vrouw in de gelegenheid te stellen de bewindvoerder op te roepen en de behandeling van de zaak aan te houden tot een nader te bepalen datum. Deze uitspraak benadrukt de rol van de bewindvoerder in procedures die betrekking hebben op onder bewind gestelde goederen en de noodzaak om de belangen van de rechthebbende te waarborgen.