ECLI:NL:GHARL:2014:5945
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Beswerda
- M. Zomer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in bestuursrechtelijke zaken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, die op 1 oktober 2013 het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had in eerste instantie beroep ingesteld tegen een inleidende beschikking, maar verzuimde de gronden van het beroep tijdig op te geven. De officier van justitie verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, wat door de kantonrechter werd bevestigd. De gemachtigde voerde in hoger beroep aan dat de kantonrechter een onjuiste rechtsopvatting had en dat de ontvangst van een brief van de officier van justitie door hem betwist werd. Het hof oordeelt dat de enkele stelling dat de gedraging wordt betwist onvoldoende is om het beroep ontvankelijk te verklaren. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om vergoeding van kosten af. De gemachtigde heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de relevante correspondentie niet heeft ontvangen, en het hof concludeert dat de kantonrechter terecht tot zijn beslissing is gekomen.