In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juli 2014, staat de herbeoordeling van de kinderalimentatie centraal in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een verzoek tot nihilstelling van zijn bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kinderen ingediend, welke door de rechtbank is afgewezen. De man is van mening dat zijn financiële situatie door de WSNP zodanig is veranderd dat hij niet langer in staat is om de vastgestelde alimentatie te betalen. De vrouw, verweerster in hoger beroep, verzet zich tegen dit verzoek en vraagt het hof om de eerdere beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen op 15 mei 2012 is ontbonden en dat zij samen twee kinderen hebben. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 150,- per kind per maand zou betalen, welke bijdrage door wettelijke indexering is verhoogd naar € 155,92 per kind per maand. De man heeft echter een schuldsaneringsregeling aangevraagd, waardoor zijn financiële situatie is veranderd. Het hof overweegt of er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de alimentatie rechtvaardigt.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de man zijn verzoek tot nihilstelling heeft ingediend op advies van zijn bewindvoerder. Het hof oordeelt dat de eerdere beslissing van de rechtbank om de alimentatieplicht te handhaven, gerechtvaardigd is, omdat de man in de WSNP nog steeds aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het hof besluit dat de man zijn verzoek tot aanpassing van de alimentatie aan de rechter-commissaris moet voorleggen en houdt verdere beslissingen aan. De uitspraak benadrukt het belang van het waarborgen van de financiële belangen van de kinderen, zelfs in het kader van een schuldsanering.