ECLI:NL:GHARL:2014:5602
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. van der Meer
- G. Jonkman
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om extra vergoeding door bewindvoerder in verband met problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een bewindvoerder om een extra vergoeding van € 232,68 in verband met de problematische schuldensituatie van de rechthebbende. De bewindvoerder, die in eerste aanleg was afgewezen, verzocht het hof om de beschikking van de kantonrechter te vernietigen en hem de machtiging te verlenen om deze extra kosten ten laste van het vermogen van de rechthebbende te brengen. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 juni 2014, waarbij de bewindvoerder aanwezig was met zijn advocaat, maar de rechthebbende niet verscheen.
De kantonrechter had eerder, op 29 oktober 2013, een bewind ingesteld over de goederen van de rechthebbende en de bewindvoerder benoemd. De bewindvoerder had in een inleidend verzoekschrift verzocht om een machtiging voor het in rekening brengen van extra kosten, maar dit verzoek was afgewezen. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder geen gespecificeerd overzicht of tijdsregistratie van de extra werkzaamheden had overgelegd, wat essentieel was voor de beoordeling van het verzoek. De bewindvoerder had slechts in algemene termen kunnen aangeven welke extra werkzaamheden hij had verricht.
Het hof benadrukte dat de richtlijnen voor bewindvoerders, zoals vastgesteld door het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele en Kantonsectoren (LOVCK), een duidelijk kader bieden voor beloning en declaratie van kosten. De bewindvoerder had niet aangetoond dat zijn werkzaamheden buiten de gebruikelijke taken vielen, en het hof concludeerde dat de kantonrechter het verzoek terecht had afgewezen. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de kantonrechter, waarmee het verzoek van de bewindvoerder werd afgewezen.