Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Diamantis,
TVM,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
"bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
20 februari 2013 gewezen onder zaaknummer: C/19/92192 / HA ZA 12-99, tussen
3.De feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
- ten onrechte heeft de rechtbank de "vorderingskwestie" een rol laten spelen bij de beoordeling van de vraag of er in deze polisdekking is (grief 2);
- [Y] is wel vorderingsgerechtigd onder de CMR (grief 1);
- [Y] heeft een vordering op Diamantis uit hoofde van onrechtmatige daad (grief 1);
- Ten onrechte heeft de rechtbank geoordeeld dat Diamantis dient te stellen en bij gemotiveerde betwisting te bewijzen dat zij verwijtbaar onzorgvuldig heeft gehandeld tijdens het transport (grief 4);
- Ten onrechte heeft de rechtbank aangenomen dat TVM zich in rechte op artikel 28 CMR had kunnen beroepen (grief 3);
- Voor zover het hof mocht oordelen dat aan [Y] geen vorderingsrecht toekomt, is er door Diamantis ten behoeve van [X] betaald (grief 5).