Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
Artikel 1. bijdrage levensonderhoud
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie en de toepassing van een niet-wijzigingsbeding. De man, verzoeker in hoger beroep, had in een echtscheidingsconvenant afgesproken om een bijdrage van € 1.500,- bruto per maand te betalen aan de vrouw, met een niet-wijzigingsbeding dat wijziging van deze alimentatie uitsloot, tenzij er sprake was van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. De rechtbank Noord-Nederland had eerder de verzoeken van de man om de alimentatie te verlagen naar nihil en om de betalingsverplichtingen te schorsen afgewezen. De man stelde dat hij door overmacht in betalingsonmacht was geraakt, maar het hof oordeelde dat de vrouw niet onbillijk aan het niet-wijzigingsbeding kan worden gehouden. Het hof overwoog dat de man bij het opstellen van het convenant rekening had moeten houden met mogelijke toekomstige financiële problemen en dat hij onvoldoende bewijs had geleverd van zijn betalingsonmacht. De man had ook geen geld gereserveerd voor deze situatie, ondanks zijn eerdere financiële mogelijkheden. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en wees de verzoeken van de man af.