ECLI:NL:GHARL:2014:5452
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor de verhuizing van haar minderjarige kind naar een andere woonplaats. De moeder, die in hoger beroep was gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, stelde dat zij haar tijdelijke huurruimte moest verlaten en dat zij geen andere woning kon vinden in de oude woonplaats. De vader, die zich tegen de verhuizing verzette, voerde aan dat de moeder onvoldoende had aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk was en dat het in het belang van het kind was om in de buurt van de vader te blijven wonen. Het hof heeft de belangen van het kind en de ouders tegen elkaar afgewogen. Het hof oordeelde dat de moeder niet voldoende had aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk was en dat de belangen van het kind, die een stabiele en vertrouwde omgeving nodig heeft, zwaarder wogen dan de belangen van de moeder om samen te wonen met haar nieuwe partner. De moeder had ook niet aangetoond dat er geen andere mogelijkheden waren om een woning dichter bij de vader te vinden. Het hof heeft daarom het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor verhuizing afgewezen, maar heeft wel bepaald dat het kind het huidige schooljaar in de nieuwe woonplaats mag afmaken. Daarnaast is er overeenstemming bereikt over de vaccinatie van het kind, waarbij partijen hebben afgesproken dat de vaccinaties in etappes zullen plaatsvinden. De grieven van de vader in het incidenteel hoger beroep zijn niet meer gehandhaafd. De beslissing van het hof is in het belang van het kind, dat recht heeft op een stabiele en veilige omgeving.