Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
allerelevante omstandigheden. Dit betekent dat in aanmerking wordt genomen wat de inkomsten en de uitgaven tijdens de laatste jaren van het huwelijk waren en dat daarnaast zo veel mogelijk aan de hand van concrete gegevens betreffende de reële of de met een zekere mate van waarschijnlijkheid te verwachten kosten van levensonderhoud moeten worden bepaald. In hoeverre de vaste lasten en de overige, globaal te schatten, uitgaven of reserveringen van de onderhoudsgerechtigde redelijk zijn, zal mede beoordeeld moeten worden naar de mate van welstand zoals op vorenbedoelde wijze is vastgesteld. Door bij de berekening van de hoogte van zijn behoefte enkel uit te gaan van 60% van het gezamenlijk gezinsinkomen dat partijen aan het einde van het huwelijk verdienden, miskent de man dat de behoefte aan alimentatie in redelijkheid moet worden bepaald aan de hand van alle relevante omstandigheden. Mede gelet op de gemotiveerde betwisting door de vrouw had het op zijn weg gelegen om de door hem gestelde behoefte te specificeren en te voorzien van genoegzame onderbouwing. Naar het oordeel van het hof heeft de man volstrekt onvoldoende onderbouwd waarom van de door hem gestelde behoefte moet worden uitgegaan. Voor zover de man heeft gesteld dat hij de kosten van zijn levensonderhoud niet kan specificeren omdat hij thans een bijstandsuitkering heeft en bij zijn vader inwoont, volgt het hof hem daarin niet. Het hof overweegt dat - wat daar ook van zij - dit niet meebrengt dat van de man niet kan worden verlangd een onderbouwde begroting van zijn behoefte over te leggen.