ECLI:NL:GHARL:2014:5317
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- R.A.V. Boxem
- J. van de Merwe
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Belastingplicht en woonplaats van belanghebbende in Nederland voor de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de belastingplicht van belanghebbende voor de jaren 2009, 2010 en 2011. De belanghebbende, geboren op 26 maart 1947 en interseksueel, had aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen van de inspecteur van de Belastingdienst. De aanslagen waren gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. De inspecteur had ook heffingsrente en verzuimboetes opgelegd. De rechtbank Gelderland had eerder de beroepen van belanghebbende gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de belanghebbende ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Het geschil draaide om de vraag of belanghebbende in Nederland belastingplichtig was, wat afhankelijk was van de woonplaats. De inspecteur stelde dat belanghebbende in Nederland woonde, terwijl belanghebbende dit ontkende. Het Hof oordeelde dat de inspecteur aannemelijk had gemaakt dat belanghebbende in Nederland woonachtig was, gezien het langdurige verblijf in Nederland, de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie en de aanwezigheid van bankrekeningen in Nederland. Het Hof concludeerde dat belanghebbende terecht als binnenlands belastingplichtige was aangemerkt.
Daarnaast werd ook gekeken naar de toepassing van het Verdrag tussen Nederland en Portugal ter voorkoming van dubbele belasting. Het Hof oordeelde dat, zelfs als belanghebbende ook in Portugal een woning had, het middelpunt van zijn levensbelangen in Nederland lag. De belanghebbende had niet de vereiste aangiften gedaan, waardoor de bewijslast was omgekeerd en verzwaard. Het Hof vond de schatting van de inspecteur redelijk en oordeelde dat de artikelen van het EVRM niet waren geschonden. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.