Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
1.Gemeente Assen,
de gemeente,
advocaat: mr. M.S. Sprik, kantoorhoudend te Enschede, die ook heeft gepleit,
[geïntimeerde 2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Ten aanzien van de feiten
De Vaart waardoor de (water)recreatie gestimuleerd gaat worden. Deel van dit project is de realisatie van de Industriebrug, een nieuwe beweegbare brug in plaats van de thans aanwezige dam, waar de Stadsboulevard Het Kanaal kruist. Ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van dit kunstwerk met bijbehorende inrichting van de openbare ruimte, heeft de gemeente een niet-openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd. Doel van deze aanbestedingsprocedure is het selecteren van één opdrachtnemer aan wie de gemeente de geïntegreerde opdracht wenst te verstrekken tot het maken van het ontwerp, de uitvoering en het meerjarig onderhoud van een beweegbare brug en bijbehorende omgeving.
: voor de gele blokken zie antwoord 53, voor het witte blok zie het ambitiedocument.
: Deze moeten binnen de grenzen vallen.”
: De eisen uit de Vraagspecificatie zijn leidend. Zie antwoord 148, 150 en 162.”
In bijlage 37 ‘herziene versie februari 2011’ wordt op de kaartinformatie d.d. 24-03-2010 in legger B een profiel aangegeven. Uit dit profiel en uit bovenaanzicht blijkt niet dat de vaarwegbreedte minimaal 15 m. bedraagt. Welke vaarwegbreedte moet worden aangehouden worden. En wordt het natte profiel zoals weergegeven in Legger 8 het te realiseren profiel?Antwoord:
Waar mogelijk is geprobeerd 15 meter aan te houden. Voor de vaarwegbreedte dient de damwandlijn uit bijlage 03H-K te worden aangehouden. Legger B is het principe profiel”.
: De constructie dient geschikt te zijn voor een aanvaarhoek van 15 graden.”
artist impressiongemaakt
artist impression.
De door u ingediende ontwerpen geven duidelijk weer, dat vanaf een punt buiten het ontwerpgebied tot aan de brug de breedte van de vaarweg langzaam wordt teruggebracht van 15 meter (c.q. de damwandlijn) naar 8 meter.
Overeenkomstig de gestelde eisen is een doorvaartbreedte onder/ter hoogte van de brug van 8 meter toegestaan.
De breedte van de vaarweg buiten het ontwerp vak (ontwerpen volgens ambitiedocument ‘bruggen’) stond vast. Dit blijkt uit het Voorlopig Ontwerp, en is bevestigd in de 2e en 3e Nota van Inlichtingen waarin onder meer is geantwoord dat als vaarwegbreedte de damwandlijn volgens het Voorlopig Ontwerp moest worden aangehouden. Het volgen van die damwandlijn geeft de inschrijver geen ruimte om de vaarweg op de door u voorgestane wijze te versmallen.
Voorts dient de ontwerpopgave c.q. vrijheid voor de brug enkel op de ruimte binnen het ‘witte blok’ zoals aangegeven in het VO, hetgeen tevens volgt uit de 2e NvI (o.a. vraag 87). Ook hieraan wordt in uw ontwerp niet voldaan.(...)”
Het is (...) de verantwoordelijkheid van de Gemeente om de gelijkheid tussen de inschrijvers te waarborgen. Op grond van vaste jurisprudentie dient de Gemeente de eisen bij de aanbesteding dan ook strikt te handhaven.
4.De beslissing in eerste aanleg en de aanduiding van de grieven
grieven 1 tot en met 3.
grief 4.
grief 5.
grief 7, ten slotte, de kostenveroordeling aanvecht.
5.Het toepasselijke recht
6.Het spoedeisend belang van [appellante] bij haar vorderingen
7.De beoordeling van de grieven.
Succhi di Frutta). Eisen uit het Aanbestedingsdocument (bestek) moeten worden uitgelegd aan de hand van de CAO-norm (zie onder meer gerechtshof Leeuwarden, 20 november 2012, ECLI:NL:GHLEE:2012:BY3635 ) waarbij het transparantiebeginsel de grenzen van de uitleg bepaalt.
Voor de vaarwegbreedte dient de damwandlijn uit bijlage 03H-K te worden aangehouden.” Dat die damwandlijn uit genoemde bijlage onduidelijk zou zijn, is gesteld noch gebleken. De rechtbank heeft het woord vaarwegbreedte getracht te definiëren aan de hand van www.debinnenvaart.nl.
Grief 1klaagt er in zoverre terecht over dat dit begrip eerst aan de hand van de beschikbare aanbestedingsstukken zelf en de daarin opgenomen verwijzingen uitgelegd moet worden, doch deze grief leidt niet tot vernietiging van het vonnis, omdat het hof niet tot een andere uitleg dan de voorzieningenrechter komt. Het hof legt dit begrip uit als de breedte van Het Kanaal blijkend uit de damwandlijn zoals die volgt uit bijlage 03H-K. Vast staat dat het ontwerp van [appellante] over een groot aantal meters afwijkt van die damwandlijn en daarmee dus in strijd is met de vraagspecificatie. Dat de afstanden tussen de beide damwanden niet overal exact 15 meter, heeft de gemeente in de beantwoording op vraag 148 erkend, en daarom verwezen naar de damwandlijn op bijlage 03H-K.
Grief 2, waarin wordt betoogd dat in het bestek niet is aangegeven dat buiten het witte vlak waar de brug gebouwd moet worden, niet van de damwandlijn mocht worden afgeweken, is dan ook tevergeefs voorgedragen.
grief 3zelf een eigen definitie van vaar(weg)breedte, waarbij zij zich beroept op paragraaf 3.5.3. van de RVW 2011 en stelt dat dit gelijk moet worden gesteld met bevaarbare breedte. Gelet op de diepgang van de diverse schepen en gelet op het bodemprofiel van Het Kanaal die niet vlak is (zie ook bijlage 37 overgelegd als productie B bij de conclusie van antwoord) is de bevaarbare breedte aanmerkelijk minder dan 15 meter. Volgens [appellante] levert ook een in Het Kanaal geplaatst geleidewerk als het remmingswerk uit het ontwerp van [geïntimeerde 2] een vermindering van de bevaarbare breedte op, zodat de eis van het plaatsen van een geleidewerk (paragraaf 2.5.2, hiervoor geciteerd onder 3.7) per definitie strijdig is met de eis van een vaarbreedte van 15 meter (paragraaf 2.5.3, hiervoor geciteerd onder 3.8).
Grief 5richt zich tegen de verwerping van dit standpunt. Nog daargelaten dat [appellante] bij deze grief slechts een beperkt belang heeft nu haar inschrijving, gelet op het vorenstaande, zelf terecht ongeldig is verklaard, is het hof van oordeel dat de grief op alle onderdelen faalt.
artist impressionvan het ontwerp van de brug zoals die door [geïntimeerde 2] is ingediend – waaruit de indruk kan ontstaan dat het fietspad niet recht langs het kanaal loopt – mogen op dit punt geen conclusies worden getrokken. Die tekening is niet bedoeld om het verloop van het fietspad weer te geven. [appellante] heeft daartegenover bij pleidooi gesteld dat de
artist impressiondient overeen te komen het met daadwerkelijke ontwerp.
artist impressionte hoeven worden weergegeven. Die beoogt een beeld te geven hoe het ontwerp van de brug er min of meer uit komt te zien. Een extra bocht in het fietspad is daarbij even weinig relevant als de vraag of de afsluitbomen van de brug in de
artist impressionvan [appellante] wel geschilderd zijn in de kleuren rood en wit zoals het Voorschrift Ontwerp Beweegbare Bruggen (VOBB) voorschrijft. Ook dit onderdeel faalt derhalve.