Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
“Hierbij kan ik verklaren dat het poetswerk bij [geïntimeerde] [vestigingsplaats geïntimeerde], sinds het vertrek van de heer [appellant], nu wordt gedaan door een bedrijf uit [vestigingsplaats bedrijf], ‘[naam bedrijf]’ en dat dagelijks twee werknemers van dat bedrijf van 08.00 – 17.00 uur bij [geïntimeerde] werkzaam zijn.”). [geïntimeerde] heeft de hiervoor genoemde verklaring weliswaar gemotiveerd betwist door een verklaring van dezelfde personen, waarin deze ontkennen dat zij de door [appellant] overgelegde verklaring hebben gedaan, over te leggen, maar [geïntimeerde] heeft in eerste aanleg zelf een aantal facturen van een poetsbedrijf (“[naam poetsbedrijf]”) overgelegd, waaruit blijkt dat poetswerkzaamheden na het ontslag van [appellant] werden uitbesteed:
3.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst te leveren, hij die stukken op de roldatum 25 februari 2014 in het geding dient brengen;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 11 februari 2014, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;