Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De geschilpunten
De motivering van de beslissing
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake alimentatie, waarbij de man verzoekt om wijziging van de alimentatiebijdragen die hij aan de vrouw dient te betalen. Het huwelijk van de man en de vrouw is in 2008 ontbonden, en zij hebben samen twee kinderen. In het echtscheidingsconvenant zijn afspraken gemaakt over de alimentatie, maar de man stelt dat zijn financiële situatie sinds de afspraken ingrijpend is veranderd. Hij voert aan dat zijn salaris is verlaagd en dat de bedrijfsresultaten van zijn onderneming zijn verslechterd door de economische crisis. De vrouw betwist deze stellingen en stelt dat de man bewust keuzes heeft gemaakt die zijn financiële situatie hebben beïnvloed. Het hof oordeelt dat de man niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een zodanige inkomensterugval dat hij niet langer aan de alimentatieverplichtingen kan voldoen. Het hof concludeert dat de man en de vrouw bij het aangaan van de alimentatieovereenkomst bewust van de wettelijke maatstaven zijn afgeweken en dat er geen grond is voor wijziging van de overeenkomst. De bestreden beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.