Uitspraak
de oma,
de moeder,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over het recht op omgang tussen een oma en haar kleinkind. De oma had in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 24 juni 2013 te vernietigen, waarin haar het recht op omgang met het kleinkind was ontzegd. De moeder van het kind, die het gezag over het kind heeft, heeft het verzoek van de oma bestreden. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 mei 2014 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
Het hof heeft vastgesteld dat het kind, geboren in 2007, een gevoelige en getraumatiseerde jongen is, die betrokken is geweest bij huiselijk geweld en gediagnosticeerd is met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). De moeder heeft aangegeven dat de omgang met de oma schadelijk is voor het kind, wat door de school en hulpverleners wordt ondersteund. Het hof heeft geconcludeerd dat een gedwongen contact tussen de oma en het kind in strijd is met de zwaarwegende belangen van het kind.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd voor wat betreft de omgangsregeling en heeft de oma het recht op omgang met het kind voor de duur van één jaar ontzegd. Tevens heeft het hof bepaald dat de moeder de oma eens per zes maanden moet informeren over de ontwikkeling van het kind, inclusief recente foto’s en schoolrapporten. De beslissing is genomen met inachtneming van de nauwe persoonlijke betrekking tussen de oma en het kind, maar de belangen van het kind zijn vooropgesteld.