ECLI:NL:GHARL:2014:4324
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Beswerda
- M. van Schuijlenburg
- J. de Witt
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de rechtmatigheid van een administratieve sanctie voor het niet afsluiten van een verzekering voor een bromfiets
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een administratieve sanctie van € 330,- die is opgelegd aan de betrokkene, omdat hij voor zijn bromfiets niet de vereiste verzekering had afgesloten en in stand gehouden. Deze gedraging is op geautomatiseerde wijze vastgesteld, waarbij de verbalisantcode 404040 is vermeld in het zaakoverzicht van het CJIB. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter, die zijn beroep ongegrond had verklaard.
Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de rechtmatigheid van de sanctieoplegging. In een eerder arrest van 20 februari 2014 had het hof geoordeeld dat niet kon worden vastgesteld dat de sanctie door een bevoegde ambtenaar was opgelegd. In de onderhavige zaak heeft het openbaar ministerie echter nadere informatie verstrekt over de werkwijze bij het vaststellen van het onverzekerd zijn van voertuigen en het opleggen van sancties. Het hof heeft vastgesteld dat het verwerkingsproces zodanig is ingericht dat het opleggen van de boetes aan een bevoegde ambtenaar kan worden toegerekend.
De betrokkene heeft aangevoerd dat zijn bromfiets sinds 2010 defect was en in de schuur stond, en dat hij de verzekering in maart 2012 had beëindigd. Het hof oordeelt echter dat de omstandigheid dat de bromfiets niet kon worden gebruikt, geen reden is om geen verzekering te sluiten en in stand te houden. De betrokkene had de geldigheid van het kenteken moeten schorsen als hij meende dat zijn bromfiets geen verzekering behoefde. Het hof concludeert dat de sanctie terecht is opgelegd en bevestigt de beslissing van de kantonrechter.