ECLI:NL:GHARL:2014:4264
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen de raadsheren van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 6 mei 2014 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. J.B. Boone. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de gehele strafkamer, bestaande uit de raadsheren mrs. R. de Groot, J.M.J. Denie en H.J. Biemond. De verzoeker stelde dat het hof onterecht een verzoek tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting had afgewezen, waardoor hij en zijn raadsman niet voldoende tijd hadden om het proces-verbaal van de politierechter te bestuderen. De raadsman voerde aan dat deze afwijzing in strijd was met een goede procesorde en dat het hof een vooringenomenheid jegens de verzoeker koesterde.
De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker tijdig en ontvankelijk was in zijn wrakingsverzoek. Bij de beoordeling van de onpartijdigheid van de rechters is het uitgangspunt dat rechters uit hoofde van hun aanstelling onpartijdig worden geacht, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat de door de raadsman aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de gewraakte raadsheren vooringenomen waren. De beslissing van het hof om de leestijd van twintig minuten toe te staan, werd als redelijk beschouwd, vooral gezien het feit dat de raadsman en verzoeker bekend waren met de stukken van de zaak.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, omdat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor een vooringenomenheid van de rechters. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. M.L.H.E. Roessingh-Bakels en de raadsheren mrs. R.H. Koning en M. Keppels, en werd op dezelfde dag ter openbare terechtzitting uitgesproken.