Uitspraak
Same Deutz,
Reaal,
[X],
gevestigd te [woonplaats],
appellante, tevens verweerster in het incident,
in eerste aanleg: gedaagde, tevens eiseres in het incident,
hierna:
[X],
advocaat: mr. I.K.M. Hoffmann, kantoorhoudende te Enschede,
Reaal,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordelingvaststaande feiten
"1. Erfüllungsort und ausschliesslicher Gerichtsstand für Lieferung und Zahlungen sowie für
sämtliche zwischen Parteien sich ergebenden Streitigkeiten ist bei Verbrauchergeschäften
der Wohnsitz des Käufers, sonst der Hauptsitz des Verkäufers.
2. Die Beziehungen zwischen den Vertragsparteien richten sich ausschliesslich nach dem in
der Bundesrepublik Deutschland geltenden Recht unter Ausschluss des UN-Kaufrechts."
“In aanmerking nemende:
(…)
Dat Reaal als verzekeraar van [bedrijf A] (…) bereid is om de vordering van (…) over te nemen zonder daarmee aansprakelijkheid van zijn verzekerde of de feitelijke bestuurder van de bij hem verzekerde tractor te erkennen;
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
1) Dat (…) verkoopt en draagt in eigendom over aan Reaal de vordering(en) tot schadeloosstelling welke hij heeft jegens alle aansprakelijke partijen aan de bovengenoemde aanrijding, terwijl Reaal deze overdracht aanvaardt.
(…)”
procedure in eerste aanleg
bespreking van de grieven
Reaal kan dat allereerst doen door op grond van de met [bedrijf A] afgesloten verzekering de schade van [bedrijf A], bestaande uit de vorderingen van NS en ProRail op [bedrijf A], uit te keren. Eventuele vorderingen tot schadevergoeding op derden van [bedrijf A] gaan dan bij wege van subrogatie op Reaal over (vgl. artikel 7:962 BW). Indien Reaal voor deze mogelijkheid kiest, treedt zij in de rechten van [bedrijf A] jegens [X] en Same Deutz. Die rechten vloeien voort uit de contractuele relatie tussen [bedrijf A] en [X].
Reaal kan er ook voor kiezen om met NS en ProRail overeen te komen dat zij hun schade zal vergoeden, waar tegenover NS en ProRail hun vorderingen op [X] en Same Deutz aan Reaal overdragen. In dat geval treedt Reaal in de rechten van NS en ProRail jegens [X] en Same Deutz, die geen contractueel maar een delictueel karakter hebben.
“Aangezien noch [X] noch Deutz aansprakelijkheid erkennen en zich bereid tonen de schade als gevolg van de aanrijding te vergoeden is Reaal genoodzaakt om de onderhavige procedure aanhangig te maken. Zij doet dit uit hoofde van de als productie 5 en 6 overgelegde cessieovereenkomst op grond waarvan zij de vordering van Prorail en NS op [X] en Deutz heeft overgenomen.”
Het volgt ook uit de juridische onderbouwing van de vordering vanaf paragraaf 33 en verder van de inleidende dagvaarding. Daar wordt uiteengezet dat - uitgaande van de toepasselijkheid van Nederlands recht - [X], althans een van haar medewerkers waarvoor zij op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk is, onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het uitvoeren van de reparatiewerkzaamheden, doordat bij de reparatie een knik in de brandstofslang is ontstaan. Daardoor is een gevaar in het leven geroepen als gevolg waarvan de schade is ontstaan. Aldus heeft [X] onrechtmatig gehandeld jegens NS en ProRail, meent Reaal. Verder wordt aangegeven dat Deutz op grond van artikel 6:171 BW aansprakelijk is voor het onzorgvuldig handelen van [X] en subsidiair op grond van productaansprakelijkheid. Aldus heeft Reaal de vorderingen op [X] en Same Deutz ook ingevuld als een vordering uit onrechtmatige daad door een derde, niet zijnde een contractspartij van de aangesproken partij(en) en niet als een vordering uit toerekenbaar tekortschieten in een contractuele verplichting van een contractspartij van de aangesproken partij(en).
grief Iopkomen tegen dit oordeel, faalt de grief.
grief IIop dat niet te gemakkelijk moet worden geconcludeerd dat het aannemen van een uitzondering op de hoofdregel van de EEX-Vo, te weten dat een verweerder wordt gedagvaard voor de rechter van zijn eigen lidstaat. Van een verbintenis uit onrechtmatige daad in de zin van artikel
5 sub 3 EEX-Vo is volgens [X] en Same Deutz alleen sprake indien de verbintenis geen verband houdt met een verbintenis uit overeenkomst in de zin van artikel 5 sub 1
EEX-Vo.
de plaats waar de initiële schade is ingetreden bij het normale gebruik van het product voor het doel waarvoor het bestemd is”.
"In beginsel vindt dit feit plaats waar het betrokken product is vervaardigd."Het hof overwoog verder (punten 27 - 29):
"
Aangezien de geringere afstand met de plaats waar zich het feit heeft voorgedaan dat het product zelf heeft beschadigd, een nuttige procesinrichting en dus een goede rechtsbedeling bevordert, inzonderheid wat de bewijsvoering aangaande de vaststelling van het gebrek in kwestie betreft, strookt de toewijzing van bevoegdheid aan het gerecht waar deze plaats is gelegen met de opzet van de bijzondere bevoegdheidsregel van artikel 5, punt 3, van verordening nr. 44/2001, te weten het bestaan van een bijzonder nauwe band tussen de vordering en het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan (zie in die zin de reeds aangehaalde arresten Zuid-Chemie, punt 24, en Pickney, punt 27).Dat het gerecht van de plaats waar het product is vervaardigd bevoegd wordt verklaard, beantwoordt bovendien aan het vereiste van voorspelbaarheid van de bevoegdheidsregels, aangezien zowel de verwerende producent als de verzoekende benadeelde er redelijkerwijs van kunnen uitgaan dat dit gerecht het best in staat zal zijn om een geschil af te doen dat een gebrek van het betrokken product betreft.Bijgevolg moet worden vastgesteld dat, ingeval een producent aansprakelijk wordt gesteld voor een gebrek van een door hem vervaardigd product, de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis de plaats is waar het betrokken product is vervaardigd."
- in de kern stelt Reaal dat de tractor als gevolg van een fout van de monteur van [X], waarvoor [X] en Deutz het risico dragen, gebrekkig is geworden. Na de reparatie heeft [X] een met een gebrek behepte tractor in het verkeer gebracht;
- de ratio van het oordeel van het Hof van Justitie over de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis in een situatie van productaansprakelijkheid, hiervoor aangehaald in rechtsoverweging 2.13, geldt ook wanneer een product door een reparatie gebrekkig is geworden. Ook in die situatie bevordert de geringe afstand met de plaats waar zich het feit heeft voorgedaan dat het product zelf heeft beschadigd (i.c. de reparatie) een nuttige procesvoering en daarmee een goede rechtsbedeling en is sprake van een nauwe band tussen de vordering en het gerecht van de plaats waar het schadeveroorzakende feit zich heeft voorgedaan;
- daarmee samenhangend: indien niet Reaal maar [bedrijf A] [X] zou hebben aangesproken op schade als gevolg van een gebrekkige reparatie zou de rechter van [X], gelet op het bepaalde in artikel 5 sub 1 EEX-Vo, de bevoegde rechter zijn, als de rechter van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt (de reparatieverbintenis), is uitgevoerd. Dat is ook de rechter met wie de nauwste band met de vordering bestaat.
3.De beslissingHet gerechtshof:
op € 7.153,27 aan verschotten en op € 2.580,- voor geliquideerd salaris van de advocaat voor zowel [X] als Deutz ;
in eerste aanleg op € 1.484,34 aan verschotten en op € 894,- voor geliquideerd salaris van de advocaat voor zowel [X] als Deutz;
in appel te vermeerderen met een bedrag van € 131,- aan nasalaris voor de advocaat en voorts met € 68,- voor nasalaris van de advocaat indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan deze uitspraak is voldaan én betekening heeft plaatsgevonden, voor zowel [X] als Deutz;
verklaart deze proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
27 mei 2014.