In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep van de N.V. Amersfoortse Algemene Verzekering Maatschappij tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een arbeidsongeschiktheidsverzekering die door de geïntimeerde, een zelfstandig ondernemer in de loodgieterij, was afgesloten. De geïntimeerde had sinds 2003 last van rugklachten en ontving tot 2011 uitkeringen op basis van zijn verzekering. In juli 2007 werd de polis gewijzigd, wat leidde tot een lagere uitkering. De Amersfoortse stelde dat de arbeidsongeschiktheid van de geïntimeerde minder dan 25% bedroeg, waardoor hij geen recht meer had op uitkeringen. De geïntimeerde vorderde dat de uitkering vanaf januari 2011 werd doorbetaald en dat de Amersfoortse werd veroordeeld tot premierestitutie, vermeerderd met rente en kosten.
De rechtbank oordeelde dat de Amersfoortse de geïntimeerde niet had geïnformeerd over de gevolgen van de poliswijziging, waardoor het beroep op de wijziging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. In hoger beroep stelde het hof vast dat de wijziging van de polis was gebaseerd op een aanvraag die door de geïntimeerde was ondertekend, en dat de Amersfoortse niet onterecht had aangenomen dat de wijziging geldig was. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde niet kon aantonen dat hij onder druk was gezet of niet op de hoogte was van de gevolgen van de wijziging. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling, waarbij de kosten van het hoger beroep werden gereserveerd tot het eindvonnis.
Dit arrest benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de verzekeraar als de verzekeringnemer bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst en de noodzaak van duidelijke communicatie over wijzigingen in de polis.