Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[naam terbeschikkinggestelde].
een jaar.
artikel 1 van de Wet op de identificatieplichtter inzage aanbiedt;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 april 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in een forensische psychiatrische instelling verbleef. De rechtbank Midden-Nederland had eerder op 20 december 2013 de vordering tot verlenging van de TBS afgewezen, wat het openbaar ministerie heeft aangevochten. Het hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de afwijzing van de vordering niet in strijd was met artikel 509t, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel vereist dat de verpleging van overheidswege ten minste een jaar voorwaardelijk moet zijn beëindigd voordat de terbeschikkingstelling kan eindigen. Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan schizofrenie van het katatone type en een antisociale persoonlijkheidsstoornis, en dat het recidiverisico hoog is indien de TBS zou eindigen zonder adequate zorg. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, met de voorwaarde dat de verpleging van overheidswege onder bepaalde voorwaarden kan worden beëindigd. Deze voorwaarden omvatten onder andere dat de terbeschikkinggestelde zich niet schuldig mag maken aan strafbare feiten, medewerking moet verlenen aan reclasseringstoezicht, en zich moet houden aan de aanwijzingen van de behandelaars in de forensische psychiatrische instelling. Het hof heeft benadrukt dat de veiligheid van de maatschappij en de noodzakelijke zorg voor de terbeschikkinggestelde voorop staan in deze beslissing.