Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten, het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling in hoger beroep
de eiswijziging in principaal appel
handelsrente vordert. [geïntimeerde] heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging van [appellant]. Het hof ziet geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Ter zake van de vordering van [appellant] zal derhalve recht worden gedaan op de gewijzigde eis.
grieven I en II in het principaal appelkomen erop neer dat de kantonrechter [geïntimeerde] ten onrechte niet heeft veroordeeld tot betaling van € 13.500,-.
Grief III in het principaal appelstrekt ertoe dat de proceskosten in reconventie door de kantonrechter ten onrechte zijn gecompenseerd.
grief I in het incidenteel appelbetoogt [geïntimeerde] dat de kantonrechter ten onrechte niet voor recht heeft verklaard dat de Volvo aan [geïntimeerde] toebehoort en ten onrechte heeft nagelaten [appellant] ertoe te veroordelen de Volvo aan [geïntimeerde] terug te geven.
Grief II in het incidenteel appelhoudt in dat de kantonrechter [geïntimeerde] in conventie ten onrechte in de proceskosten heeft veroordeeld.
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen in de maanden juni, juli en augustus zullen opgeven, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;
twee wekenvoor het getuigenverhoor zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van [appellant] alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
één weekvoor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen;
de rol van 27 mei 2014;